Thursday, April 19, 2007

19 april 2007

Gisterenavond bij de in om en bij de Haagse Deezesenzestiggemeenteraadsfractiebijeenkomst viel te vernemen dat men in landelijk Deezesenzestigopzicht observaties had gemaakt daar er middels de digitale snelweg http://www.d66.nl/9359000/1/j9vvhc6cwgbojx9/vhjunlr24jtx/f=/klaar%20voor%20de%20klimkleur.pdf te lezen is dat—
D66 werkt aan 2010 /// Conceptnotitie Klaar voor de klim
Hfdst 1 /// Inleiding en aanleiding Het jaar 2006 was een uitzonderlijk
jaar voor D66. We vierden het 40 jarig jubileum en kregen
2 verkiezingsnederlagen te verwerken. Dat doet pijn. Waar we 12 jaar
geleden nog met 24 kamerzetels, talloze gemeenteraadszetels
en statenzetels en bestuurders op alle niveaus het
CDA uit het centrum van de macht wisten te verdringen
zijn we nu terug bij af. Reden genoeg voor het bestuur om
zich te bezinnen. Op wat er fout ging en (dus) beter kan en
moet. Want één ding staat voor ons wel als een paal boven
water. Het D66 geluid is en blijft nodig in de Nederlandse
politiek. Dat was het 40 jaar geleden en dat is het nú, zo
mogelijk, nog meer.
Om door te kunnen met de toekomst moeten we het
verleden op ons in laten werken. En dan aan de slag.
In deze notitie hebben we gemeend dat eerste te doen
aan de hand van observaties. Deze observaties zijn voor
ons denken over de toekomst leidend geweest.
Vervolgens stelt het bestuur concrete projecten aan de
partij voor. Dit is hoe wij zien dat D66 weer de bruisende
ideeënpartij wordt, het redelijk alternatief, met integere
en pragmatische bestuurders en bevlogen en geïnspireerde
vertegenwoordigers.
We willen weer investeren in onze inhoud en in onze
mensen. Vooral aan de basis, maar ook aan de top. Wij
putten daarbij inspiratie uit ons programma. De richtingwijzers
voor sociaalliberale politiek wijzen ons ook de
richting naar het herstel van D66. Want wat voor het land
goed is, is dat ook voor de partij. Voor elk lid, voor ieder
kiezer, voor de afdelingen, de regio’s, de platforms en onze
politieke vertegenwoordigers. Dus vertrouwen op mensen,
met een open blik de grens over, met respect voor het
milieu en de kwetsbaren in de samenleving.
We willen weer investeren in onze inhoud en onze mensen.
Aan de basis en de top. Wij putten daarbij inspiratie uit
ons programma. De richtingwijzers voor sociaalliberale
politiek wijzen ons ook de richting naar het herstel van
D66. Want wat voor het land goed is, dat ook voor de partij.
Dus vertrouwen op mensen, met een open blik de grens
over, met respect voor het milieu en de kwetsbaren in de
samenleving
Proces en verantwoording
> Dit document ‘Klaar voor de klim’ was vanaf maandag
18 maart voor iedereen digitaal beschikbaar;
> Het bestuur heeft expliciet aan de besluitvormingscommissie
advies gevraagd over de behandelwijze tijdens het
congres. Het advies van de commissie was om de notitie
vanaf het onderdeel projectvoorstellen amendeerbaar te
maken. Dit advies heeft het bestuur overgenomen en
daarbij de teksten in de andere hoofdstukken op aanraden
van de commissie aangepast;
> Iedereen die een reactie wilde geven of suggesties had,
kon dit doen tot 2 april. Daarvan is enthousiast gebruik
gemaakt. Het bestuur heeft ongeveer zestig reacties
binnengekregen: per email en/of op andere manieren.
Daarnaast zijn verslagen van bijeenkomsten in het land
binnengekomen en heeft op 30 maart een bijeenkomst
plaatsgevonden in Utrecht met de provinciale lijsttrekkers,
kandidaten en inmiddels gekozen statenleden en
hun campagneleiders. Ook daar is uitgebreid bij het
document stilgestaan;
> Op basis van de reacties heeft het bestuur de notitie op
onderdelen aangescherpt.
Conceptnotitie Klaar voor de klim
Conceptnotitie Klaar voor de klim
De reacties vragen nog om
vier opmerkingen vooraf
Met het document ‘Klaar voor de klim’ heeft het bestuur
gekozen voor een doelen
actiebenadering: het opstellen
van een praktisch werkzaam stuk met daarin de ‘lessons
learned’ en vervolgens concreet werkbare verbeterprojecten.
Klaar voor de klim heeft niet de pretentie om
een sluitende analyse te geven van alle relevante interne
en externe oorzaken, verklaringen en verbanden die de
ontwikkeling van de partij kunnen duiden.
De tweede opmerking is dat het bestuur zich terdege
realiseert dat de politieke inhoud en daaraan gekoppeld
een herkenbare koers van D66 nog onvoldoende aan bod
is gekomen in de ‘Klim’. We moeten continu bezig zijn met
praktische vertalingen van het sociaalliberale
gedachtegoed,
het benoemen van nieuwe relevante thema’s en
D66eigen
oplossingen hiervoor. D66 wil een brede
sociaalliberale
partij zijn, die zowel economische als
bestuurlijke hervormingen nastreeft en lastige onderwerpen
zoals immigratie en segregatie van eerlijke
antwoorden durft te voorzien.
Ten derde, we voelen de noodzaak om het inhoudelijke
debat binnen de partij een extra stimulans te geven,
zonder onze grondslagen ter discussie te stellen. Maar
in een sterk veranderende maatschappelijken
politieke
omgeving vragen onze politieke oriëntatie en daaraan
gekoppeld de praktische politieke inhoud voortdurend
om onderhoud en vernieuwing. Hoe verhoudt zich
bijvoorbeeld de sterke behoefte aan gemeenschapszin
in de samenleving met de door D66 gewenste individuele
ontwikkeling en ontplooiing? Welke antwoorden heeft D66?
Met de permanente programmacommissie zullen we
afspraken maken om de congressen in 2008 aan deze
discussie te wijden.
Als vierde, de discussie over de positie van D66, de
politieke inhoud en de wensen van leden om de partij
weer sterk en vitaal te maken is met de besluitvorming
op het mei congres niet af. En gelukkig maar, de partij is
een beweging.
We willen de betrokkenheid en inbreng van leden vasthouden
en hun adviezen beter gebruiken. Na de zomer
zullen we elke twee maanden een ‘Klimbijeenkomst’ in de
regio’s organiseren. De politieke inhoud en ledenbinding
staan daarbij centraal.
Conceptnotitie Klaar voor de klim
Hfdst /// Observaties
Om meer zicht te krijgen op de politieke positie van
de partij hebben we de voornaamste ontwikkelingen
geclusterd naar observaties. Deze observaties zijn mede
gebaseerd op de inbreng van leden en op de rapportages
die de afgelopen periode zijn gemaakt naar aanleiding
van achtereenvolgende verkiezingsresultaten.
We hebben bewust gekozen voor het begrip ‘observaties’
omdat dat begrip ieders eigen waarneming van de
werkelijkheid het best verbindt. We hebben er bewust
voor gekozen om niet uit te zoeken wie op welk moment
al dan niet verkeerd heeft gehandeld: het zogenaamde
feitenonderzoek. Hier speelt immers het methodische
probleem van de objectiveerbaarheid van feiten en data:
wie heeft wat gedaan (of niet gedaan), in welke situatie,
met welke motieven en welke middelen. Een ander
probleem daarbij is de omvang en de selectie van de
casuïstiek.
De eerste zes observaties verwoorden de blik op ons
verleden. De volgende zes observaties vormen de weerslag
van kansen en potenties. De observaties zijn hieronder
kort beschreven en vervolgens zijn hieruit conclusie
getrokken.
Observatie één
> twaalf jaar regeren
kost kiezers
Tussen 1994 en 2006, met een kleine onderbreking in
2002/2003, hebben we deel uitgemaakt van de regering.
De eerste jaren van regeringsverantwoordelijkheid is
resultaat behaald op gebieden als euthanasie, winkelsluitingswet
en homohuwelijk. De laatste drie jaar is
het accent komen te liggen op hervorming van de sociale
zekerheid en de gezondheidszorg.
Het dragen van regeringsverantwoordelijkheid heeft met
zich meegebracht dat er in de partij mechanismen zijn
ontwikkeld om effectief te kunnen besturen. D66 is altijd
de partij geweest van ‘het redelijke alternatief ’, de nuances,
intellectuele diepgang en niet ideologisch gedreven.
Deze natuurlijke neiging tot pragmatisme is doorgeslagen
naar een grote vanzelfsprekendheid de achtereenvolgende
kabinetten steun te geven. De keerzijde hiervan is echter
dat per saldo het open debat binnen de partij – ondanks
alle mooie inspanningen een
ondergeschoven kindje is
geworden.
Het mantra dat regeren D66 zetels kost is sinds 1994 bijna
net zo vanzelfsprekend geworden als het regeren zelf.
Twaalf jaar zijn geen verkiezingen meer gewonnen. Naast
zetelverlies heeft dit ook een neerwaarts effect gehad op
het aantal leden, het actieve kader, de cultuur in de partij
en de sfeer rond de partij.
Politiekstrategisch
was de positionering van D66 altijd
links van het midden. Door deelname aan Balkenende ii is
dit naar rechts verschoven. Het beeld van de partij werd
hierdoor diffuus. Maar fundamenteler is dat de geloofwaardigheid
van D66 en daarmee het vertrouwen in de
partij heeft ingeboet.
Conceptnotitie Klaar voor de klim
Observatie twee
> de positie van D66
in Balkenende II
was minder gelukkig
Kabinetten zijn in het meest gunstige geval effectieve
verstandshuwelijken. Zeker in de Nederlandse situatie
waarin altijd een coalitie van meerdere partijen een
regering moet vormen.
Deelname van Paars II was niet vanzelfsprekend omdat
D66 niet nodig was voor de meerderheid. Hoewel nodig
voor de meerderheid was deelname van D66 aan het
kabinet Balkenende II ook niet vanzelfsprekend aangezien
de partij zich altijd links van het midden had begeven en
nu een centrumrechts kabinet instapte. In de relatie tussen
twee hechte partners CDA en VVD, bleef de derde partner
getalsmatig de junior. Bovendien had de coalitie van CDA,
VVD en LPF ook na de verkiezingen in 2003 nog een
meerderheid. De Christenunie en SGP vormden een blok
dat in de Tweede Kamer getalsmatig de plaats van D66
kon overnemen. De fractie kon weliswaar meer politieke
ruimte claimen, maar voor het regeringsbeleid deed het
er weinig toe. Ten slotte hadden CDA en VVD D66 ook niet
nodig voor een meerderheid in de Eerste Kamer.
Over de deelname aan Balkende ii is een apart boek te
schrijven. En dat komt er misschien ook wel. Hier volstaan
we hier met de opmerking: als je deelneemt aan een
kabinet moet je niet op twee gedachten hinken. We
straalden te veel uit: we zitten wel in het kabinet, maar
voelen ons er niet echt in thuis. Oppositie voeren tegen je
eigen kabinet is moeilijk. Het was lastig om de successen
van het kabinet – zoals de hervormingen die in ons eigen
verkiezingsprogramma stonden – voldoende uit te venten
als eigen successen.
Met het hoofd waren de keuzes goed te beredeneren,
maar het hart wilde vaak niet volgen. De minpunten
werden vergroot. En wankelmoedigheid en ambivalentie
wordt door de kiezers nooit beloond. En als iets ons is
opgebroken is in het kabinet is het wel het asielen
vreemdelingenbeleid, zoals vormgegeven door de minister
voor Vreemdelingenzaken en Integratie in het kabinet
Balkenende ii.
Observatie drie
> het verlies van
lokale vitaliteit tast
de partijbasis aan
Op lokaal en regionaal niveau was het in de jaren 90 niet
ongebruikelijk dat D66 de tweede partij was. Van al die
grote fracties met dikwijls wethouders of gedeputeerden,
zijn nu vooral nog eenmansfracties over.
Onze actieve volksvertegenwoordigers hebben vaak nog
maar een overzichtelijke groep actieve meedenkers en
medewerkers om zich heen. Ook bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen
en provinciale statenverkiezingen is
talent en vakkennis voor het publieke domein verloren
gegaan. Voor niet herkozen raadsen
statenleden, niet
herbenoemde wethouders bestaan geen vanzelfsprekende
prikkels om in een steunfractie of raadscommissie deel
te nemen.
Het aantal actieve afdelingen is afgenomen waardoor de
structuur van de partij onder druk staat. In die omstandigheden
lukt het veel afdelingen niet meer om regelmatig
politiek inhoudelijke discussies te organiseren, vacatures
vervuld te krijgen, congressen voor te bereiden en
interessante sprekers een gehoor te bieden. En dat terwijl
het politiek inhoudelijke debat van levensbelang is voor de
partij.
Er is grote diversiteit tussen de afdelingen en regio’s.
Er zijn gelukkig energieke, grote bruisende afdelingen
en regio’s die alle partijfuncties uitstekend bemensen.
Daarnaast zijn er afdelingen en regio’s die draaiende
worden gehouden door een handjevol hardwerkende
actieve leden.
Gelukkig zien we dat – nu D66 ontslagen is van regeringsdeelname
– actieve afdelingen kans zien een gestage
stroom nieuwe leden op gang te brengen. Er komen ook
leden binnen, die graag de handen uit de mouwen willen
steken.
Een structurele begeleiding van deze nieuwkomers is
nog onvoldoende georganiseerd. Mensen worden in feite
in het diepe gegooid: er is nauwelijks georganiseerde
kadervorming, er zijn geen duidelijke opleidingstrajecten,
coaching, scouting en inwerktrajecten. Ook de platforms
zijn van belang om thematische clustering en horizontale
verbanden in de partij aan te brengen.
6 Conceptnotitie Klaar voor de klim
Observatie vier
> Niet de bal maar
de persoon
D66 is een partij van integere en open politiek. Door
buitenstaanders vaak getypeerd als: ‘een clubje nette
mensen’. De wijze waarop in de afgelopen periodes binnen
D66 met elkaar is omgegaan was niet altijd congruent met
het beeld van ‘dat clubje nette mensen’.
Illustratief hiervoor zijn sommige discussies op de BV
mail. Op de BVmail,
een mailinglijst waar alle gekozen en
benoemde (oud)vertegenwoordigers en bestuurders zich
op kunnen aansluiten, zijn onze eigen politici geregeld
onderwerp van discussie geweest. Daarbij wordt niet op de
bal gespeeld, maar op de persoon. En dat veilig thuis van
achter beeldscherm en toetsenbord. Sommige BVmailers
onderschatten het effect van hun handelen op de cultuur
binnen de partij.
Ook heeft de rivaliteit en de strijd om het leiderschap van
de partij een cultuur aangewakkerd waarin discussies over
persoon, de échte discussie over de zaak ernstig in de weg
zaten.
De beslommeringen rond het politieke leiderschap heeft
in de afgelopen jaren de schoonheidsprijs niet gewonnen.
Oude en soms vermeende rivaliteiten van vooren
tegenstanders van verschillende stromingen waren een
constante bron voor kritiek. Enerzijds hoort dit bij een
strijd om het leiderschap in een politieke partij. Anderzijds
heeft het sporen nagelaten op het aanzien van D66.
Wat we ons wel moeten realiseren is dat D66’ers leiderschap
slechts tot op zekere hoogte willen accepteren.
Leiderschap moet worden gecontroleerd en beheerst.
De statuten en het huishoudelijke reglement van de partij
bevatten juist op dit punt paginalange artikelen die de
‘checks en balances’ afdwingen. De geschreven en ongeschreven
regels in de partij maken dat leiderschap met
argwaan wordt gevolgd. En de grens tussen argwaan
en wantrouwen is slecht te trekken en arbitrair.
De soms geringe bereidheid om leiderschap loyaal toe
te kennen en te erkennen is een van de cultuurkenmerken
in de partij. Degenen die verantwoordelijkheden toevertrouwd
hebben gekregen willen die ook serieus
uitoefenen. Niet alleen de politieke leider en de kamerfracties,
ook een partijvoorzitter, het Landelijk Bestuur
en elk regiobestuur of afdelingsbestuur moet ervan uit
kunnen gaan dat zij of hij kan opereren op basis van het
gegeven vertrouwen.
Dit alles leidt niet alleen binnen D66 tot een verbeten en
krampachtige sfeer, maar het heeft ook zijn weerslag op
het imago van D66 naar de kiezer toe, zeker als het via de
media wordt gespeeld.
Observatie vijf
> regie, coördinatie
en afstemming
is hard nodig
Wanneer het goed gaat met een partij is het werven
van leden, de toestroom van kader en het betrekken van
denkers en opinieleiders gemakkelijker dan wanneer het
minder goed gaat. Mensen willen zich identificeren met
winnaars en hebben minder op met verliezers.
Als een partij jarenlang achtereenvolgende verliezen
incasseert heeft ook iedereen een eigen recept voor herstel.
En er zijn veel suggesties gegeven. Dit vraagt om luisteren,
een heldere analyse, herkenbare regie en coördinatie.
Ook het bestuur heeft de regie onvoldoende kunnen
voeren. Hierbij speelde mee, dat de gebeurtenissen in de
laatste jaren elkaar dermate snel op volgden, dat alleen
het bijhouden ervan al bijna niet te doen was. Daarnaast
is de samenstelling van het bestuur (mix van portefeuilles,
beschikbare tijd en affiniteit) op dit moment niet voldoende
uitgebalanceerd om leden te activeren, kader te
vormen, contact met de afdelingen te onderhouden en in
de breedste zin van het woord, ondersteunend bezig te
zijn. En we stellen ook vast, dat de focus op het gewenste
resultaat en de communicatie onvoldoende was.
Conceptnotitie Klaar voor de klim
Observatie zes
> de regels binnen
de partij zijn niet
meer van deze tijd
Er zijn weinig politieke partijen in Nederland, die haar
eigen organisatie zo heeft dichtgetimmerd als D66. D66
is in omvang een overzichtelijke partij, maar wel met een
huishoudelijk reglement van meer dan 60 pagina’s. Dit
uitdijende aantal is ontstaan door een langzaam maar
zeker gegroeide gewoonte allerlei zaken niet gewoon af
te spreken bij congresof
bestuursbesluit, maar alles ook
algemeen verbindend verklaard te willen hebben voor alle
omstandigheden, voor alle uitzonderingen en in alle
details.
De balans tussen besturen op basis van vertrouwen of het
volgen van regels is onevenwichtig. Ieder actief lid in de
partij heeft daar mee te maken. Dat heeft het bestuur goed
gemerkt in alle verkiezingsprocedures van de afgelopen
jaren. Het ene dispensatieverzoek volgde op het andere.
Dit bestuur wil energie steken in de inhoud met daarbij
een passende set regels die dient om te toetsen. Regelgeving
is een middel en geen doel op zichzelf. De partij wil
in alle geledingen energie steken in inhoud in plaats van
in procedures.
Een eerste ronde van opschoning van de statuten en
reglementen is inmiddels al op gang gebracht: vanuit
de afdelingen kwamen met name veel verzoeken de
procedures voor kandidaatstellingen en benoemingen
te vereenvoudigen.
Observatie zeven
> de parels voor
vernieuwing liggen
aan de basis
De recente ‘Grand tour’ langs provincies en afdelingen
in het kader van de Statenverkiezingen heeft duidelijk
gemaakt dat aan de basis van de partij een aantal
afdelingen en regio’s hun vitaliteit hervinden.
Enthousiaste afdelingen die week in week uit op de markt
staan om kiezers te benaderen. Eenmansfracties die door
een inhoudelijke inbreng en creatieve voorstellen gezag
hebben in gemeenteraden en staten. Het aantal lokale en
regionale parels in de partij neemt gestaag toe in bijvoorbeeld
Utrecht, Breda, Nijmegen, Roosendaal, Tilburg,
Leiden, Gelderland, Zuid Holland, Gennip, etc, etc, etc.
Dit succes is gebaseerd op een andere manier van politiek
bedrijven en campagne voeren. Nieuw voor D66. De rode
draad daarbij is: van buiten naar binnen denken en actief
handelen.
> Permanent opzoeken van kiezers op markten of
in de straat;
> Opvallende politieke voorstellen in raden en staten;
> Persoonlijke gedrevenheid en inzet van lokale en
provinciale leiders;
> Verstand van zaken en volharding;
> Tell and sell: het actief benaderen van media met
originele acties;
> Het houden van zogenaamde masterclasses naar
Utrechts voorbeeld.
Daarnaast is onze jongerenorganisatie, de JD, één van die
parels. Een actieve en flexibele groep, die zowel een eigen
en eigenzinnig geluid laat horen en bij de campagnes altijd
weer een grote rol speelt. De JD behoort tot de grotere niet
confessionele politieke jongerenorganisaties in dit land en
is een bron voor jong talent. Veel JD’ers stromen door naar
actieve functies binnen D66.
Conceptnotitie Klaar voor de klim
Observatie acht
> Alexander Pechtold
is onze herkenbare
leider
Na het aftreden van de vorige door het congres gekozen
leider is een vacuüm ontstaan, dat sinds juni 2006 is
opgelost. Alexander Pechtold is de politiek leider. Een
leiderschap dat breed wordt erkend en gedragen. Vanuit
deze positie kan het gezag en vertrouwen in de persoon en
de partij worden opgebouwd. Een uitgelezen kans om een
herkenbaar politiek profiel neer te zetten.
Observatie negen
> het debat moet
terug in de partij
Na 12 jaar regeren zijn er mechanismen in de partij
ontstaan die het inhoudelijke debat aan de basis hebben
ondermijnd. En dat terwijl het debat diep zit in de genen
van ieder lid van de partij. Zo veranderde de ideeënpartij
D66 van een bevlogen pragmatische beweging naar een
bestuurlijke partij. Debat, kennisuitwisseling en kennisontwikkeling
zijn de kerntaken van een politieke partij,
zeker van de onze. En daarom gaan we het debat opnieuw
organiseren.
Observatie tien
> de congressen
hebben een
belangrijke functie
In de geschiedenis van de partij spelen de congressen altijd
een belangrijke rol. Niet alleen als hoogste besluitvormend
orgaan, maar ook als politiek forum en ontmoetingsplaats
voor actieve of nieuwe D66 leden. Of het nu goed of slecht
gaat met de partij, het aantal bezoekers schommelt altijd
tussen de 400 en 800 personen. Er zijn qua programmering
uiteraard altijd verbeteringen mogelijk, maar per
saldo geven congressen de leden energie en vergroot het
de binding aan de vereniging.
Observatie elf
> de fouten uit het
verleden zijn erkend
Zelfreflectie is D66 niet vreemd. In 2006 hebben de
politieke kopstukken van D66 hun fouten erkend.
Verkeerde besluiten of strategische blunders die met
de inzichten van nu niet meer zouden worden gemaakt.
Het erkennen hiervan heeft op een natuurlijke manier
plaats gevonden. In toespraken op congressen en
afdelingsvergaderingen, in interviews of via persoonlijke
gesprekken. Het verleden is niet doodgezwegen of onder
het tapijt verdwenen. Er is gezegd wat er gezegd moest
worden. Pijn, verdriet en teleurstelling zijn gedeeld en
voor een belangrijk deel opgeruimd.
Daarmee ontstaat ruimte voor nieuwe ideeën en voornemens.
En wie de kiezer op markten en in straat aanspreekt
voelt merkbaar weer iets van de vernieuwde
sympathie die kiezers voor ons hebben. Eind 2006 en
begin 2007 zijn zo de eerste voorzichtige stappen naar
herstel ingezet. De uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen
geeft moed. Het landelijke percentage
kiezers dat op D66 heeft gestemd is hoger dan bij de
verkiezingen in november 2006.
Observatie twaalf
> D66 in de oppositie
biedt nieuwe kansen
Sinds medio 2006 maakt D66 geen deel meer uit van
de regering. Dit biedt kansen om het politieke profiel
te versterken en het eigen gedachtegoed verder tot
ontwikkeling te brengen. Het juk van coalitieafspraken
is van D66 afgevallen. De kamerfracties hoeven geen
moeizaam verkregen compromissen meer te verdedigen.
Hierdoor ontstaat weer meer ruimte voor ons een eigen
geluid en onze eigen koers.
We hebben vele jaren geregeerd, onze verantwoordelijkheid
genomen. En in de toekomst is dat beslist weer een
mogelijkheid om invloed uit te oefenen. Maar ook vanuit
democratisch oogpunt is het goed om een tijdje in de
oppositie zitten.
Conceptnotitie Klaar voor de klim
Hfdst /// Visie op de toekomst
D66 is de verkiezingen ingegaan met een progressief
verkiezingsprogramma. Die progressiviteit, veranderingsgezindheid,
zien we terug op alle niveaus. Zowel Europees,
landelijk, provinciaal als lokaal.
Daar waar steeds meer partijen kiezen voor het bedienen
van de conservatieve kiezer, blijft D66 koersvast: hervormingsgezind,
gericht op zelfbeschikking en ontplooiing
van het individu, met een open blik op de wereld. En de
verbetering van de ecologie, milieu en duurzaamheid.
Voor nu en voor later. Het versterken van de positie van
mensen die hun eigen keuzes moeten kunnen maken.
Ondanks het verlies van de afgelopen jaren blijft dat
overeind staan en zijn daar geen misverstanden over:
D66 is dé progressief,
sociaal,
of zo u wilt linksliberale
partij van Nederland. Dat zijn we en dat willen we blijven.
De partij is trots op het verkiezingsprogramma waar we
de Tweede kamerverkiezingen mee zijn ingegaan. Het
heeft de toets der kritiek goed doorstaan bij de instanties
die maatschappelijk en financieel de partijprogramma’s
doorlichten en doorrekenen.
In de vijf richtingwijzers voor een progressieve sociaalliberale
visie geeft D66 helder aan waar wij voor staan.
En waar wij in het politiek krachtenveld staan:
> Vertrouw op de eigen kracht van mensen;
> Denk en handel internationaal;
> Beloon prestatie en deel de welvaart;
> Streef naar een duurzame en harmonieuze samenleving;
> Koester de grondrechten en gedeelde waarden.
Om vanuit deze richtingwijzers verder te ontwikkelen,
zijn verandering in bestuur, structuur en cultuur nodig,
in de latere voorstellen staat beschreven hoe wij ons dat
voorstellen.
10 Conceptnotitie Klaar voor de klim
Hfdst /// Conclusies
> Achtereenvolgende regeringsdeelnames hebben ertoe
geleid dat de herkenbaarheid van D66 minder is geworden
en het politieke debat binnen de partij op een laag
pitje heeft gestaan. De nieuwe rol als oppositiepartij
geeft kansen om het tij te keren. Het herkenbare politieke
leiderschap van Alexander Pechtold en de fractieleden
Fatma Koser Kaja en Boris van der Ham geeft ons het
vertrouwen dat dit lukt.
> De eerstvolgende verkiezingen zijn in 2009 voor het
Europees parlement; dat is de eerstkomende lakmoesproef.
Het jaar daarna is de krachtmeting bij de
verkiezingen voor de gemeenteraden. Het bestuur
ziet die verkiezingen als ijkpunt voor de opbouw van
de partij, het aantal actieve leden en afdelingen, de
kadervorming en het inhoudelijke debat in de partij.
> Het verkiezingsprogramma biedt prima handvatten
voor de toekomst. De uitgangspunten zijn solide, de
koers is helder en het is extern goedgekeurd. Wel moet
de ideeënmachine grondiger functioneren. De partij
moet vernieuwing van politieke ideeën stimuleren.
> Een kleinere fractie en minder leden betekent ook minder
geld voor ondersteuning voor de vereniging. We zullen
de beschikbare middelen heel gericht moeten inzetten en
dit veel meer koppelen aan afrekenbare resultaten. Veel
bestaande initiatieven moeten worden verbonden aan
een beperkt aantal prioritaire projecten die we dan wél
gaan realiseren.
> Kadervorming aan de basis van de partij is cruciaal.
Mensen maken de partij. Die moeten we veel beter
werven, opleiden, coachen, binden en boeien.
> Het bestuur van de partij zal zich moeten omvormen tot
een kleinere en slagvaardigere eenheid. De afzonderlijke
bestuursleden krijgen de verantwoordelijkheid om
meetbare doelen te realiseren. Zij leggen hierover in de
eerste plaats verantwoording af aan de voorzitter van
het bestuur. Die legt dan weer verantwoording af aan
het congres.
> De statuten en het huishoudelijk reglement moeten
kritisch worden bezien. De fundamenten ervan zijn
gebaseerd op denkbeelden uit de jaren zeventig. De
wijzigingen van de afgelopen jaar zijn te marginaal
geweest. De structuur moet flexibeler en gebaseerd
zijn op vertouwen in plaats van op louter regels.
11 Conceptnotitie Klaar voor de klim
Hfdst /// Voorstellen
Het bestuur wil na besluitenvorming op het voorjaarscongres
zo spoedig mogelijk onder de titel ‘Klaar voor de klim’
vijf essentiële projecten inrichten en gaan uitvoeren.
Deze vijf projecten zijn de fundamenten voor partijvernieuwing:
van huiskamer naar burgerbeweging.
‘Klaar voor de klim’ heeft een duur van drie jaar. Van
mei 2007 tot mei 2010. We kiezen nadrukkelijk voor een
projectaanpak die niet verankerd is in statuten en reglementen
van de partij. Hierdoor kunnen we snel handelen
en bijsturen als dit nodig is.
Om de projecten te kunnen starten hechten wij aan het
committent en de steun van de leden. Daarom worden vijf
voorstellen aan het congres voorgelegd ter besluitvorming.
Er zijn meer projecten denkbaar. Het bestuur kiest bewust
voor niet meer dan vijf projecten. Met een kleine bezetting
kunnen we deze projecten aan. Liever een beperkt aantal
goed uitvoeren dan ons vertillen aan een te zware werklast.
Over de voortgang en het realiseren van de benoemde
doelen vindt elk congres verantwoording plaats.
De projecten zijn:
> Het Debat Centraal;
> Parels Aan de Basis;
> D66 Academie;
> Winnen 15.000;
> Herziening werkwijze.
Voor alle projecten geldt, dat het hier gaat om een eerste
aanzet. Het zijn nog geen uitgewerkte projectplannen.
Zodra er groen licht is van het congres, gaan de verschillende
projecten voortvarend van start. Elk lid van het
Landelijk Bestuur draagt verantwoordelijkheid voor
één of meer projecten en zal met ondersteuning van de
professionals in de partijorganisatie de projecten uitvoeren.
Bij de ‘uitvoerenden’ staat nogal eens de cryptische
aanduiding, dat er ‘een derde’ meedoet aan het project.
Zoals gezegd zal elk lid van het bestuur één of meerdere
projecten adopteren met medewerking vanuit het bureau.
Op sommige projecten zoeken we nog een derde man of
vrouw. Dat is nog niet ingevuld. Van meerdere kanten
hebben zich al ‘derden’ aangemeld. Er zal steeds door het
betreffende bestuurslid een team gevormd worden en de
aanbiedingen vanuit de partij worden daar in meegenomen.
Project één
> het debat centraal
Het Debat Centraal is een project dat als doel heeft het
debat binnen de partij relevanter maken. We stellen dan
ook voor om de positie van het inhoudelijke debat binnen
de partij op verschillende manieren te versterken:
> Permanente programmacommissie;
> Platforms;
> Peilingen;
> Kenniscentrum.
Permanente Programmacommissie
In een veranderd politiek krachtenveld is het nodig om,
de eigen plaatsbepaling en daaraan gekoppeld de praktische
politieke inhoud te onderhouden en te vernieuwen. Met de
permanente programmacommissie zullen we afspraken
maken om de congressen in 2008 hieraan te wijden.
De permanente programmacommissie heeft ook als
taak het verkiezingsprogramma permanent up to date
te houden, te verdiepen en nader uit te werken. De
permanente programmacommissie werkt met tijdelijke
expertpanels die zich buigen over maatschappijrelevante
vragen. De programmacommissie waakt over de kwaliteit
en hanteert daarom een strenge ballotage.
De ingrediënten zijn:
> Werken met expertpanels;
> Aanjager voor artikelen in de media;
> Organiseren van publieke debatten.
Platforms
De Platforms van D66 zijn toegankelijk voor iedereen
die zich betrokken voelt bij bepaalde thema’s. Zij zijn
het forum voor laagdrempelig debat over uiteenlopende
onderwerpen. Dat laagdrempelige debat heeft een
belangrijke bindende functie in de partij. En met de
kwaliteit die D66 op elk terrein binnen haar gelederen
heeft verwachten wij dat vanuit de Platforms een belangrijke
bijdrage aan het inhoudelijke debat wordt geleverd.
De ingrediënten zijn:
> Iedereen kan meedoen;
> Initiatieven van onderaf;
> Verbinding van wetenschap en praktijk.
1 Conceptnotitie Klaar voor de klim
Peilingen
De nieuwe D66 website en het voor leden toegankelijk
intranet geeft ons de mogelijkheid om snel te peilen hoe
over bepaalde zaken wordt gedacht. Het Landelijk Bestuur
en de fracties zullen veelvuldig van deze mogelijkheid
gebruik gaan maken. We verwachten langs deze weg het
debat in de partij los te maken.
De ingrediënten zijn:
> Digitale gedachteontwikkeling;
> Snelheid;
> Breed bereik.
Kenniscentrum
Het Kenniscentrum wordt in dit project de plek waar
alle lijnen samenkomen. De permanente programmacommissie,
de platforms, de fora, het inhoudelijke werk
van de fractie en daarnaast de al bestaande activiteiten als
bijvoorbeeld IDEE. Het is daarom van belang dat iedereen
bij inhoudelijke activiteiten het Kenniscentrum informeert.
In het Kenniscentrum houden we het overzicht,
leggen we de dwarsverbanden en identificeren we
ontbrekende schakels.
Het kernteam dat verantwoordelijk
is voor het realiseren: Mark Sanders
(Voorzitter Kenniscentrum), de medewerkers
van het Kenniscentrum en een derde.
Project twee
> parels aan de basis
Er zijn steeds meer actieve afdelingen binnen D66 die op
een wervende manier permanent de kiezers benaderen en
een uitstekende inbreng hebben in raden en staten. Bijna
altijd hangt een sterke afdeling samen met de rol van een
actief raadsof
statenlid. Een aantal van deze raadsen
statenleden brengen we bij elkaar. Met een vertegenwoordiging
van deze pareltjes gaan we een netwerk vormen
voor de duur van drie jaar, tot de volgende gemeenteraadsverkiezingen.
Het doel van dit parelnetwerk is om vanuit goed lopende
afdelingen een olievlekwerking te realiseren naar andere
afdelingen. Daarnaast is een doel om met elkaar kennis en
ervaring uit te wisselen over zowel de politieke inhoud als
de do’s en dont’s voor het versterken van de afdelingen.
Ingrediënten zijn:
> Maximaal 25 vertegenwoordigers;
> Deelnemers committeren zich voor drie jaar;
> Kraamkamer en uitvoering van lokale en regionale
versterking: focus op de 40 grote steden/afdelingen;
> Informeel netwerk met ongeveer 4 formele bijeenkomsten
per jaar;
> Elke vertegenwoordiger ‘adopteert’ een minder actieve
afdeling voor de duur van 1,5 jaar;
> Afhankelijk van het succes van de eerste ronde van met
een duur van 1,5 jaar start er een tweede;
> Het structureel betrekken van de Jonge Democraten
Het kernteam dat verantwoordelijk
is voor het realiseren: bestuurslid Bart Robbers,
de ledenmanager van het Landelijk Bureau
en een derde.
De ambitie is om in 2010 tientallen nieuwe raadsleden
te mogen begroeten. In gemeenten waar D66 het bovengemiddeld
goed heeft gedaan zal dat ook leiden tot
wethouders. We zijn ervan overtuigd dat uit deze groep
nieuwe talent zich verder zal ontwikkelen.
Veel energie zal dan ook tot 2010 gestoken worden in
talentontwikkeling van potentiële gemeenteraadsleden.
Maar vanaf 2007 zal ook energie gestoken worden in
kadervorming van afdelingsbestuursleden.
Project drie
> D66 academie
De partij heeft nieuw bloed nodig. Het ontwikkelen
van nieuwe talenten moet meer structuur krijgen. Het
alleen aanbieden van cursussen en training is vaak niet
voldoende. Wij willen een D66 talentenklas starten waarin
jonge en oudere talenten hun politieke en bestuurlijke
kwaliteiten verder tot ontwikkeling kunnen brengen.
Het doel van de D66 academie is een aantrekkelijk en
exclusief opleidingsprogramma te realiseren voor
potentiële vertegenwoordigers van D66.
Ingrediënten zijn:
> Maximaal 30 deelnemers;
> Deelname op basis van sollicitatie en selectie;
> Hechte betrokkenheid deelnemers onder andere door
eigen financiële bijdrage;
> Duur 1,5 jaar, ongeveer 10 dagdelen per jaar;
> Opleiding koppelen aan stage lokale afdeling
(verbinding Parels aan de basis);
> Afhankelijk van het succes van de eerste ronde met
een duur van 1,5 jaar start er een tweede ronde;
> Doorontwikkeling van het project Stimulans;
> Masterclasses voor 100.000+ gemeentes naar het
voorbeeld van de afdeling Utrecht, die deze masterclasses
georganiseerd heeft voor de gemeenteraadsverkiezingen
van 2006.;
> Aansluitend een Masterclass ii ter voorbereiding
voor de Gemeenteraadverkiezingen in 2010;
> Leergang afdelingsbestuur: voor huidige en toekomstige
bestuurders, waarin alle aspecten aan de orde komen:
verhouding fractie – bestuur, werkplannen, financiën,
verkiezingsprogramma, etc.
> Het huidige aanbod training en opleiding wordt
vraaggericht en waar nodig vernieuwd.
Het kernteam dat verantwoordelijk
is voor het realiseren: Roelof van Netten
(vice voorzitter landelijk Bestuur),
medewerker kadervorming en een derde.
1 Conceptnotitie Klaar voor de klim
Project vier
> winnen 1 .000
De afgelopen jaren is er een ledenverlies geweest.
Dit verlies wordt zonder gerichte acties niet goedgemaakt.
Het werven van leden is wezenlijk voor de vereniging om
nieuw kader en potentieel aan te boren. Bovendien zijn de
inkomsten van de partij – en daarmee dus ook de middelen
om afdelingen te ondersteunen – sterk afhankelijk van het
ledenaantal. Een intelligente marketingstrategie en het
werven van nieuwe leden gaan hand in hand.
Het doel is de komende drie jaar, met weer als ijkmoment
mei 2010, in totaal 15.000 betalende leden te hebben.
Ingrediënten zijn:
> Bedenken en invoeren van aantrekkelijke vormen van
partijlidmaatschap;
> Ontwikkeling en uitvoeren gerichte PRcampagne;
> Iedereen belang van ledenwerving laten uitdragen;
> Aantrekkelijke ledenwerf materiaal ontwikkelen
en verspreiden;
> Afdelingen verbinden met ledenwerfacties en
incentives inbouwen;
> Best practices uitwisselen: jaarlijkse prijs voor
de afdeling met de beste ledencampagne.
Het kernteam dat verantwoordelijk
is voor het realiseren: bestuurslid Marketing
en ledenwerving, medewerker marketing
en communicatie en een derde lid.
Project vijf
> herziening werkwijze
Zoals aangegeven werkt het bestaande geheel van regels
en de structuur belemmerend op de innovatie en slagkracht
van de organisatie. Er wordt daarom een commissie
ingesteld die alle reglementen van de partij fundamenteel
gaat herzien, los van en veel verder gaand dan de acute
hersteloperatie van dit moment, zodat er binnen de partij
meer ruimte ontstaat om met verschillende omstandigheden
om te gaan en nieuwe ideeën niet direct in de kiem
worden gesmoord.
Het doel is nieuwe afspraken te maken voor de werkwijze
van de partijorganisatie.
Uiterlijk in 2008 zal het congres hierover besluiten.
Uitgangspunten zijn:
> Robuust maar flexibel;
> Gebaseerd op vertrouwen en het afleggen
van adequate verantwoording;
> Geen commissie op commissie.
Het kernteam dat verantwoordelijk
is voor het realiseren: Voorzitter bestuur,
Tessa Maas en een derde lid.
1 Conceptnotitie Klaar voor de klim
Tot zover de vijf projecten. Het komt nu aan op de uitvoering
daarvan. In de eerste plaats is het bestuur van de
vereniging hiervoor verantwoordelijk. Een heroriëntatie
op de rol en de taken van het bestuur is nodig.
Liberal Democrats
Als sociaal liberale partij staan we er niet alleen voor.
Er zijn ook tal van sociaal liberale partijen in het buitenland,
sommige van deze partijen bereiken succes op
verschillende vlakken. Van het succes van deze partijen
kan D66 nog wat leren, we hoeven het wiel niet zelf
opnieuw uit te vinden. Met de Liberal Democrats in
Engeland hebben we dat gemeenschappelijk sociaal
liberale gedachtegoed. Naast dit gemeenschappelijke
gedachtegoed zou er nog iets moeten zijn dat ons zou
moeten binden, namelijk succes. Naast het electorale
succes van de Liberal
Democrats, zijn ze ook succesvol geweest om dicht
bij de mensen, aan de basis, een partijorganisatie op
te bouwen waarmee ze in staat zijn om acties te voeren,
kader te vormen en een dynamische partij te zijn.
De Internationaal Secretaris gaat zich bezig houden
met analyseren en praktisch doorvertalen naar D66 van
de campagne aanpak, ledenwerving en partij dynamiek
van de Liberal Democrats.
Heroriëntatie bestuur:
een werk en doebestuur
De uitvoering van bovengenoemde vijf projecten hangen
met elkaar samen. Een krachtige coördinatie en afstemming
gericht op de uitvoering ervan in het bestuur is een
eerste vereiste om succes te realiseren. De komende drie
jaar zal terughoudend worden omgegaan met het invullen
van projectbestuurslidmaatschappen. Het Landelijk
Bestuur moet een hecht team zijn. Elk van de huidige
bestuursleden, en de toekomstige leden, zullen zich
moeten committeren aan de resultaatsverplichtingen van
de vijf projecten.
Het Landelijk Bestuur bestaat uit zeven leden:
1. Voorzitter (Herziening Werkwijze)
2. Penningmeester
(financiën en bedrijfsvoering Landelijk Bureau)
3. Bestuurslid Politiek (D66 Academie)
4. Bestuurslid Kenniscentrum (Het Debat centraal)
5. Bestuurslid Organisatie (Parels aan de basis)
6. Bestuurslid Marketing en Ledenwerving
(Winnen 15.000)
7. Internationaal Secretaris
(succes uit buitenland importeren in D66)
Ingrediënten zijn:
> Per project is één bestuurslid verantwoordelijk
voor het realiseren van de gemaakte afspraken;
> Ondersteuning door een medewerker
van het landelijk secretariaat;
> De directeur van het Landelijk Bureau heeft
hierover de dagelijkse en operationele leiding;
> De voorzitter van het bestuur stimuleert de
bestuursleden hun taken uit te voeren en ziet
toe op een adequate uitvoering ervan;
> De nieuwe voorzitter maakt nog voor het zomerreces met
alle afzonderlijke bestuursleden afspraken over hun inzet
en tijdsbesteding;
> Na een meer gedetailleerde uitwerking van de projecten
stelt het bestuur een uitvoeringsplan op;
> Het bestuur organiseert tenminste eens per jaar een
afstemmingsoverleg met regiovoorzitters en de voorzitters
van de grote afdelingen over de vijf projecten.
Tot slot, besluiten voor het congres:
1. Het instellen van het Democratisch forum
2. Het instellen van het project Parels aan de basis
3. Het instellen van de D66 academie
4. Het instellen van het project W(innen) 15.000
5. Het instellen van de commissie herziening werkwijze--