Thursday, August 09, 2007

9 augustus 2007

Naar men zegt is er niet veel verwachting dat men in de Haagse PvdAgemeenteraadsfractie anders gaat kijken dan er midels de digitale snelweg te lezen is dat een bewonerorganisatielijke verbeterplan een beetje gaat over--Inhoudsopgave
1 Vooraf
1.1 Aanleiding
1.2 Werkwijze
1.3 Context
1.4 Leeswijzer
2 Analyse van de Haagse Koepel
2.1 Samenvatting
2.2 Gesprekken met bewonersorganisaties
2.3 Gesprekken met professionele buitenstaanders
2.4 Gesprekken met de Haagse Koepel
2.5 Vergelijking met eerder in opdracht van de HK uitgevoerd onderzoek
3 Aanbevelingen
3.1 Enkele opmerkingen vooraf
3.2 Voorstellen ter verbetering
1 Vooraf
Werkwijze
Om te kunnen komen tot een verbeterplan is eerst onafhankelijk onderzoek gedaan, om inzicht te krijgen in het huidige en het gewenste functioneren van de Haagse Koepel. Het onderzoek bestond uit gesprekken met bewonersorganisaties en met professioneel betrokkenen. De volledige lijst met respondenten staat in bijlage 1. Aanvullend zijn jaarverslagen en jaarplannen van de Haagse Koepel doorgenomen.
Alle 48 bewonersorganisaties zijn uitgenodigd om deel te nemen aan een groepsgesprek. Bij zes in de stadsdelen georganiseerde groepsgesprekken waren 22 organisaties (met één of meerdere personen) aanwezig. Om de respons te verhogen is een extra inspanning geleverd. Met extra groepsgesprekken en extra telefonische gesprekken zijn nog 7 organisaties bereikt. Uiteindelijk hebben 333 organisaties wel en 15 niet meegedaan aan het onderzoek. Een analyse van de non-respons staat in bijlage 3.
Met vier professioneel betrokkenen zijn (individuele) interviews gehouden. Gevraagd is naar hun mening over de bestaande situatie en over de gewenste ontwikkelingsrichting.
Alle gesprekken zijn gevoerd aan de hand van een vragenlijst. De bewonersorganisaties hebben een verkorte versie van de vragenlijst ontvangen bij hun uitnodiging voor het groepsgesprek, met het verzoek om de vragen (indien mogelijk) vooraf te bespreken in eigen kring.
Het doel van het onderzoek is om vast te stellen hoe de Haagse Koepel functioneert in haar context, om daar vervolgens aanbevelingen op te baseren. Daarom is gekozen voor een kwalitatieve benadering, waarbij zoveel mogelijk meningen en ideeën geïnventariseerd zijn. Het is nadrukkelijk geen representatief cijfermatig onderzoek.
De Haagse Koepel heeft loyaal medewerking verleend aan dit onderzoek. Zowel met Algemeen als Dagelijks Bestuur zijn gesprekken gevoerd. Dit laat echter onverlet, dat H/Kwadraat werkt in opdracht van de wethouder en van daaruit verantwoordelijk is voor de eindtekst van deze rapportage.
1.3 Context
De Haagse Koepel is voortgekomen uit een fusie in 1998 van Woonwijs (een opvolger van het Stedelijk Overleg Stadsvernieuwing) en de Federatie van Haagse Wijkorganisaties.
De eerste was van oorsprong een meer activistisch samenwerkingsverband van bewonersorganisaties in de stadsvernieuwing - meer voor de bewoners van ‘het veen’. De Federatie bestond uit bewonersorganisaties die meer op verenigingsleven waren gericht (buiten de stadsvernieuwing) - meer voor de bewoners van ‘het zand’. Beide organisaties hadden gemeen, dat ze sterk gevoed werden door en herkenbaar waren voor hun achterban.
Inmiddels bestaat de Koepel bijna 10 jaar. Destijds is gekozen voor een stichtingsvorm en daarnaast bestaan een federatie en een van daaruit gekozen federatieraad. Het bestuur van de
1 De Haagse Koepel wordt verderop ook de HK genoemd.
2 Brief Jetta Klijnsma gericht aan het bestuur van de Haagse Koepel d.d. 15-02-2005
3 Met vier van de 33 is niet persoonlijk gesproken, zij hebben een schriftelijke gereageerd.
Koepel bestaat uit een Algemeen en een Dagelijks Bestuur. Het Algemeen Bestuur bestaat uit een tiental leden.
De Koepel kan beschikken over een pand in de Witte de Withstraat, dat dagelijks bemand is door één of meerdere medewerkers. De gemeentelijke subsidietoekenning bedraagt op jaarbasis € 235.761,00 (prijspeil 2007). Hiervan is € 154.920 bestemd voor het kenniscentrum.
Als subsidievoorwaarden voor het jaar 2007 gelden: het inhoudelijk jaarverslag en het financiële jaarverslag 2005, alsmede de begroting voor het jaar 2007 en het jaarplan 2006-2007.
1.4 Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. Na elkaar komen aan bod de ervaringen en suggesties van bewonersorganisaties, van professioneel betrokkenen en van de Haagse Koepel zelf. Vervolgens worden de resultaten van dit onderzoek vergeleken met een onderzoek dat de Haagse Koepel in 2006 uit heeft laten voeren.
Op basis van al deze bevindingen zijn in hoofdstuk 3 de aanbevelingen geformuleerd.
In de bijlagen is de lijst met respondenten en de analyse van de non-respons te vinden.
2 Analyse van de Haagse Koepel
2.1 Samenvatting.
In onze gesprekken zijn we ervan overtuigd geraakt dat bij de Koepel zowel professionals als vrijwilligers zich met de beste bedoelingen en uit volle overtuiging inzetten voor een betere stad.
De vraag die we ons daarbij gesteld hebben is: is dat genoeg om de Koepel in zijn huidige vorm in stand te houden?
De Koepel is er in de eerste plaats voor de achterban, de Haagse bewonersorganisaties. Het viel ons niet mee hoe zij over de Koepel dachten.
De bewonersorganisaties hebben in de gesprekken allerlei kritische opmerkingen gemaakt over het functioneren van de Haagse Koepel: enkele positief, maar de meeste toch negatief. Dat er een organisatie is, die bewonersorganisaties ondersteunt, wordt over het algemeen erg gewaardeerd. Sommige sterkere organisaties hebben de ondersteuning zelf niet nodig, maar zij vinden de steun wel belangrijk voor de minder sterke organisaties. Positieve herinneringen hebben heel wat organisaties aan het werk dat de Koepel heeft gedaan ten aanzien van de accountantsverklaring, het verkeerscirculatieplan en de grondwateroverlast.
Als we de knelpunten overzien, die de bewonersorganisaties en de professionals noemden, ontstaat het volgende beeld.
• Het aanbod van de Koepel is zeer divers en sluit daarmee in zekere zin aan op de grote diversiteit van de stad, met als nadeel dat de Koepel geen duidelijk profiel heeft (zo is gebleken uit de gesprekken). Bewonersorganisaties weten niet goed wat de Koepel te bieden heeft. De informatie van de Koepel wordt als te veel, te laat en te weinig op maat ervaren. De post blijft dan ook vaak ongeopend liggen. Het lijkt erop dat de Koepel aan alle wensen wil voldoen en daarmee niemand meer echt goed bedient.
• De Koepel is, vanuit de bewonersorganisaties gezien, in zichzelf gekeerd. Verschillende verenigingen vinden, dat de informatie die de Koepel aanbiedt te vaag is en onvoldoende aansluit bij hun vragen (geen concreet hulpmiddel bij een probleem waar ze mee zitten). Volgens onze respondenten moet de Koepel beter luisteren en ook actief beter proberen te achterhalen waar de organisaties behoefte aan hebben. Door de HK worden niet systematisch vragen van de achterban opgehaald. Een belangrijk deel van de activiteiten komt voort uit de gemeentelijke (politieke) agenda of uit ad hoc signalen van organisaties en medewerkers. Het is voor buitenstaanders weinig inzichtelijk hoe en door wie de afwegingen worden gemaakt
• Om de Koepel hangt een sfeer van 'inner circle': een beperkt aantal organisaties is nauw betrokken bij de Koepel en het merendeel is nauwelijks of niet betrokken. Dat blijkt bijv. tijdens bijeenkomsten. Verschillende organisaties hebben verteld, dat het steeds dezelfde mensen zijn die iets zeggen op die bijeenkomsten. De meeste houden hun mond en luisteren alleen.
• Regelmatig kregen wij te horen dat de Koepel niet democratisch is. Het is onduidelijk hoe en door wie de besluiten genomen worden en hoe de bestuursleden worden gekozen. Nut en functie van de federatieraad is voor vrijwel alle respondenten een vraagteken.
• De Koepel maakt te weinig gebruik van de kwaliteiten van de bewonersorganisaties (te veel voor, te weinig door).
Er worden ook vier belangrijke pluspunten van de Koepel genoemd:
• De invloed van de Koepel op de gemeente/politiek: "de Koepel heeft een goede ingang bij de gemeente''; “is goed in lobbyen".
• Het 'samen sterk' principe.
• De ‘waakhondfunctie’: in de gaten houden of er voor de bewonersorganisaties belangrijke onderwerpen op de politieke agenda staan: “we zijn maar vrijwilligers en kunnen niet alles in de gaten houden”.
• Het faciliteren van initiatieven zoals de werkgroepen rond grondwater en verkeerscirculatieplan.
Uit de gesprekken met bestuur en medewerkers van de Koepel bleek men over het algemeen weinig oog voor de kritiek te hebben. Zo werd de relatie met de achterban getypeerd als 'goed en soepel’ en ‘de mensen weten ons wel te vinden’.
Ook de wijze waarop de agenda tot stand komt (vooral via informele contacten) ziet het bestuur als weinig problematisch.
De korte termijn agenda wordt vooral gestuurd door het gemeentebestuur. Het bestuur wil vaak snel een stuk door de besluitvorming laten gaan (bijv. nota Samenspraak / nota over de stadsdelen en het parkeerbeleid) en de Koepel springt daarop in ‘en steekt er soms een stokje voor’.
Het bestuur kan zich ten slotte wel vinden in de opmerkingen over de federatieraad: ooit met goede bedoelingen opgezet, maar nu aan verandering toe.
Uit onze gesprekken komt het beeld naar voren van een organisatie, die vervreemd is van een groot deel van haar achterban. Bewonersorganisaties praten over de Koepel als consumenten. Daarmee is de Koepel voor een deel van haar aanbod op één lijn komen te staan met BOOG en HOF, andere aanbieders van kennis, informatie en ondersteuning. Met dien verstande dat bij de Koepel weinig invloed is op hoe het aanbod tot stand komt en de Koepel monopolist is (zonder concurrentie). Bovendien geeft het merendeel van de achterban aan ontevreden te zijn met het aanbod en er weinig of helemaal geen gebruik van te maken. Aan de andere kant is de behoefte aan allerlei diensten en ondersteuning wel groot, zo blijkt uit de lange lijst met thema's die bewonersorganisaties hebben genoemd.
Dat de Koepel nog meer ‘eigen’ is dan een organisatie als BOOG blijkt uit de vele relativeringen ten opzichte van sommige medewerkers en vrijwilligers bij de Koepel: “Ze bedoelen het goed” en “x is een goeie vent" en "voor onze organisatie maakt het niet uit, maar het zou jammer zijn voor de stad als zoiets als de Koepel zou verdwijnen".
Concluderend : de Koepel wordt door een groot gedeelte van haar achterban gezien als weinig democratisch, slecht luisterend en naar binnen gekeerd. Het aanbod wordt als onvoldoende aansluitend bij de vraag en door sommigen als politiek gekleurd en onprofessioneel gezien.
Het merendeel van de organisaties zegt niet of nauwelijks gebruik te maken van het aanbod van de Koepel. Iets minder dan de helft zegt dat ze de Koepel niet zouden missen.
Als sterke punten van de Koepel worden genoemd: de ingang bij de gemeente en politiek, en de ontmoetingsfunctie.
In het hierop volgende gedeelte worden onze bevindingen uitgebreid weergegeven. Allereerst worden (in twee aparte paragrafen) de resultaten van de gesprekken met bewonersorganisaties en met de professionele buitenstaanders beschreven. Vervolgens zijn de gesprekken die met de Haagse Koepel zelf zijn gevoerd weergegeven. In paragraaf 2.5 zijn de uitkomsten uit dit onderzoek vergeleken met de Meningspeiling bewonersorganisaties van december 2006, die de Haagse Koepel heeft laten uitvoeren.
2.2 Gesprekken met bewonersorganisaties
Met bewonersorganisaties zijn zes groepsgesprekken en verschillende individuele gesprekken gevoerd. Sommigen hebben per post of mail gereageerd. Op deze manier hebben 33 bewonersorganisaties hun mening kenbaar gemaakt. De resultaten worden hieronder geanonimiseerd beschreven, opgesplitst naar de volgende thema’s:
• bekendheid;
• gebruik
• positieve ervaringen met het aanbod;
• kritiek op het aanbod;
• behoefte;
• vertegenwoordiging;
• verbeterpunten;
• inzet vanuit de organisaties zelf.
2.2.1 Bekendheid
Mate van bekendheid
Ongeveer de helft van de vertegenwoordigers van bewonersorganisaties die we hebben gesproken kent de Haagse Koepel goed. Een kwart heeft een redelijk beeld en het laatste kwart zegt de Koepel nauwelijks te kennen.
Imago
De HK heeft bij de meeste bewonersorganisaties die we hebben gesproken een negatief imago. Ten aanzien van het werk van de Koepel is een veelgehoord probleem dat de Koepel onvoldoende weet waar bewonersorganisaties behoefte aan hebben en dat het aanbod niet interessant is. De Koepel als organisatie roept beelden op van een eliteclub waar machtspelletjes gespeeld worden, een organisatie die aan het lijntje van de politiek loopt, ondemocratisch, amateuristisch en van een log apparaat.
Daarentegen is een beperkt aantal vertegenwoordigers zeer tevreden over de Koepel, met name vanwege de enorme kennis(bank) waaruit geput kan worden. Het lijkt erop dat organisaties die goede contacten hebben bij de Koepel makkelijker hun weg vinden. De Koepel roept ook sympathie op, omdat de Koepel net zo hard kampt met een tekort aan vrijwilligers als de bewonersorganisaties zelf. Ook is opgemerkt dat de HK het goed bedoelt.
Rol
Op de vraag welke rol de Haagse Koepel vervult is het verstrekken van informatie in bijna alle bijeenkomsten genoemd. Dat daarvoor veel bijeenkomsten worden georganiseerd is bekend, maar opvallend genoeg lijkt de informatiestroom vooral éénrichtingverkeer te zijn, want de huidige Koepel wordt niet geassocieerd met het verzorgen van kennisuitwisseling.
Belangenbehartiging, de weg wijzen (naar deskundigen of binnen de gemeente) en bemiddeling zijn ook verschillende keren genoemd, maar in mindere mate dan informatieverstrekking. Het geven van advies en praktische ondersteuning (zoals bij de administratie) zijn ieder één keer geteld.
Inzicht in aanbod
Dat de HK een website heeft en bijeenkomsten organiseert is bijna alle respondenten bekend. Het archief en de nieuwsbrieven, jaarverslagen en jaarplannen lijken iets minder bekend. In twee groepen kwam duidelijk naar voren dat onduidelijk is wat de HK voor bewonersorganisaties kan betekenen. In één groep werd expliciet aangegeven dat het aanbod zo divers is, dat de HK geen duidelijke identiteit heeft.
2.2.2 Gebruik
Verreweg de meeste bewonersorganisaties hebben aangegeven, dat ze niet of nauwelijks gebruik maken van het aanbod van de Koepel. Slechts een enkeling gaat zo vaak als mogelijk naar de bijeenkomsten of raadpleegt regelmatig de website.
Enkelen vertelden veel nuttige informatie van de HK te krijgen, bijvoorbeeld over problemen die (ook) in andere stadsdelen spelen en met betrekking tot de gemeentelijke organisatie.
Van de drie onderdelen van het aanbod die de HK zelf onderscheidt (belangenbehartiging, informatieverstrekking en uitwisseling/ontmoeting) worden de laatste twee meer ‘gebruikt’ door de bewonersorganisaties dan de eerste. De organisaties noemden belangenbehartiging weinig, al is de inzet van de HK ten aanzien van het verkeerscirculatieplan, de accountantsverklaring en grondwateroverlast wel bij velen bekend.
De redenen waarom geen gebruik wordt gemaakt van het aanbod van de HK zijn in drie groepen te verdelen:
• inhoudelijke redenen:
o de organisatie redt zich prima, heeft de hulp van de HK niet nodig;
o de organisatie heeft niets aan het aanbod, het aanbod is niet interessant.
• praktische redenen:
o de vrijwilligers hebben het al erg druk;
o bijeenkomsten worden pas op het laatste moment aangekondigd;
o de bijeenkomsten zijn te ver weg: te lange reistijd.
• persoonlijke redenen:
o het zijn steeds dezelfde mensen die de discussie domineren;
o persoonlijke ongenoegens ten opzichte van bestuur en vertegenwoordigers van andere bewonersorganisaties.
2.2.3 Positieve ervaringen met het aanbod
Op het terrein van belangenbehartiging heeft de HK drie keer een erg goede beurt gemaakt: met betrekking tot grondwateroverlast, de accountantsverklaring en het verkeerscirculatieplan. De inzet ten aanzien van het verkeerscirculatieplan is vooral positief ervaren door organisaties die in de wijken liggen waar dat plan effect op heeft. Heel wat bewonersorganisaties konden zich deze drie voorbeelden herinneren en waarderen het dat de HK dergelijke wijkoverstijgende problemen oppakt.
In één bijeenkomst is opgemerkt dat de HK goed de grote lijnen in de gaten houdt, zoals subsidiekansen of inspraakmogelijkheden (als daaraan getornd wordt).
Wat betreft de informatieverstrekking vinden verschillende vertegenwoordigers dat de HK veel informatie geeft, bijv. via de site en de nieuwsbrief. De meeste hebben echter ook kritiek (zie par. 2.2.4).
De bijeenkomsten die voor uitwisseling/ontmoeting zorgen zijn niet altijd voor alle organisaties interessant, is het algemene beeld. Soms zijn ze wel interessant. Een enkeling is er enthousiast over, omdat ze helpen bij meningsvorming.
2.2.4 Kritiek op het aanbod
Concrete kritiekpunten op het aanbod liggen op het terrein van de informatieverstrekking en uitwisseling/ontmoeting, niet op het vlak van belangenbehartiging.
Informatieverstrekking
• Het is moeilijk om informatie te vinden op de website van de HK (er staat teveel op, moeilijk zoeken).
• De nieuwsbrief is onoverzichtelijk.
• Organisaties worden bedolven onder informatie, die zij niet nuttig vinden.
• De informatie is te weinig op maat: ze krijgen algemene informatie.
Uitwisseling/ontmoeting
• Organisaties en hun behoeften verschillen sterk en het is onmogelijk om iedere bijeenkomst voor alle organisaties interessant te maken.
• Organisaties krijgen teveel uitnodigingen.
• De uitnodigingen voor bijeenkomsten worden op te korte termijn verstuurd.
De onderwerpen in de bijeenkomsten zijn te weinig praktisch (gaan over hele brede onderwerpen) en teveel gericht op welzijn.
• Deelnemers horen niets terug van de resultaten van vergaderingen. Bij de HK wordt heel veel gepraat, terwijl er meer concrete actie zou moeten volgen.
• Twee vertegenwoordigers nemen het de HK kwalijk dat zij niets hebben gedaan met het voorstel dat zij aandroegen: een project en een manifest dat de vertegenwoordigers ook nuttig vonden/vinden voor andere organisaties.
Daarnaast werden verschillende meer algemeen geldende punten van kritiek gegeven:
• De Haagse Koepel weet niet waar behoefte aan is en vraagt er zelf ook niet actief naar.
• De HK sluit niet aan bij de behoefte.
• De HK besteedt onvoldoende aandacht aan startende organisaties.
• De kwaliteit van de medewerkers is onvoldoende.
2.2.5 Behoefte
Het merendeel van de organisaties maakt nu geen gebruik van het aanbod van de HK, maar zelfs de organisaties die zich prima zelf kunnen redden kunnen wel één of meerdere aspecten aangeven waar ze interesse in zouden hebben.
In de gesprekken is gevraagd aan wat voor ondersteuning de organisaties behoefte hebben. De antwoorden worden hieronder samengevat. Of alle behoeften door de HK ingevuld zouden moeten worden is daarbij buiten beschouwing gelaten: dat komt in hoofdstuk 3.
Belangenbehartiging
Eén concreet onderwerp werd genoemd: belangenbehartiging bij de nieuwe Haagse Kaderverordening Subsidies. Subsidies worden binnenkort anders geregeld en daar zou de HK op in moeten springen. Een vuist maken tegen de gemeente dus.
De meeste opmerkingen hadden betrekking op informatieverstrekking, uitwisseling/ontmoeting en praktische ondersteuning.
Informatieverstrekking
• Informatie over hoe bewonersorganisatie om kan gaan met problemen die zij met de gemeente kan hebben. De weg wijzen binnen de gemeente als een organisatie het ergens niet mee eens is. Dit is geen belangenbehartiging, want de bewonersorganisatie gaat zelf naar gemeente toe.
• Onderwerpen waarover informatie gewenst is:
• bevolkingsopbouw, bevolkingsgroei en hoe daarmee om te gaan;
• gratis OV, verkeerszaken;
• hoe ruimtelijk planprocedures (o.a. artikel 19 Wet Ruimtelijke Ordening) in elkaar zitten;
• wijkoverstijgende ontwikkelingen, waar individuele burgers en buurten/wijken mee te maken krijgen.
Over de manier waarop de informatie wordt verstrekt:
• Er is behoefte aan een helpdesk, waar organisaties met allerlei vragen terecht kunnen. Erkend wordt dat de HK nooit alle kennis in huis kan hebben om alle vragen te beantwoorden, dus wordt voorgesteld dat de HK een netwerkfunctie gaat vervullen, zodat organisaties naar elkaar en naar deskundigen doorverwezen kunnen worden.
Uitwisseling/ontmoeting
• Organisaties met dezelfde problemen samenbrengen.
• Informatie over projecten en ervaringen.
• Niet alle organisaties zelf het wiel uit laten vinden.
Over de manier waarop uitwisseling plaatsvindt:
• Een website, waarop alle verenigingen hun problemen en oplossingen kunnen plaatsen, zodat ervaringen uitgewisseld kunnen worden.
Praktische ondersteuning
• Bewonersorganisaties inhoudelijk ondersteunen bij inspraak:
• De HK zou documenten van de gemeente op juridische, technische en praktische criteria moeten toetsen en de resultaten vervolgens aan bewonersorganisaties moeten doorsluizen. De HK is daarmee een soort filter, waar de informatie van de gemeente doorheen gaat.
• Gemeentelijke plannen eerder doorgeven aan de wijken.
• juridisch advies;
• notarieel advies;
• organisatorische tips;
• hulp bij problemen met andere organisaties, zoals met BOOG of HOF;
• ondersteuning voor organisaties die zichzelf niet zo goed kunnen redden;
• ondersteuning voor beginnende organisaties;
• hulp op het gebied van ICT.
Mening over opheffen
Aan de vertegenwoordigers is gevraagd wat het voor hun organisatie zou betekenen, als de HK zou worden opgeheven. Iets minder dan de helft van de organisaties antwoord hierop dat het voor de eigen organisatie niets zou uitmaken. Daaruit wordt over het algemeen niet de conclusie getrokken dat de Koepel opgeheven zou moeten worden. Van degene die zich hierover hebben uitgesproken, is iets meer dan de helft tegen opheffing. Een aantal van hen heeft aangegeven dat ze het ‘voor de stad’ en ‘vooral voor zwakkere organisaties’ jammer zouden vinden als de HK niet meer zou bestaan. Twee organisaties hebben geantwoord dat de HK wat hen betreft opgeheven kan worden.
2.2.6 Vertegenwoordiging
Veel gehoord punt van kritiek is, dat de HK niet weet wat er bij de verschillende organisaties en in de wijken/stadsdelen speelt. De meeste organisaties voelen zich ook niet goed vertegenwoordigd binnen de Koepel, omdat zij geen afgevaardigde hebben binnen de Koepel. Derde probleem is dat het vermoeden bestaat dat de Koepel aan de leiband loopt van de politiek (en dus niet voor 100% achter de bewonersorganisaties staat). De HK reageert vaak op onderwerpen die de gemeente aandraagt (aldus deze personen) en dat de gemeente de HK subsidieert draagt bij aan dit beeld.
Al met al zien de bewonersorganisaties de HK dus niet als vertegenwoordiger en vertrouwen zij die rol ook niet aan de HK toe.
Sommige respondenten kennen iemand in het bestuur van de Koepel of in de federatieraad, maar velen hebben geen idee hoe de Koepel organisatorisch is opgebouwd.
Het bestuur roept negatieve associaties op (o.a. niet-democratisch). Of de bestuursleden van de HK worden gekozen is onduidelijk bij de bewonersorganisaties. Het algemene gevoel is dat een verkiezing wel beter zou zijn, maar dat het aantal vrijwilligers voor een bestuursfunctie zo klein is, dat het geen zin heeft om kieskeurig te zijn.
De federatieraad is met name bedoeld om de HK te voeden vanuit de organisaties, maar dat lijkt niet te werken. We hebben slechts enkele personen gesproken die deelnemen of deel hebben genomen aan de federatieraad. Verschillende organisaties vertelden dat de raad eigenlijk niet meer bestaat. De volgende redenen zijn genoemd waarom de deelname aan de federatieraad laag is:
• veel organisaties weten niet van het bestaan van de federatieraad;
• de bijeenkomsten van de federatieraad zijn niet aantrekkelijk/interessant;
• ze verwachten er zelf geen voordeel van te hebben;
• de organisaties hebben geen tijd om zich voor de HK in te zetten (de eigen organisatie kost al veel tijd);
• bijeenkomsten van de federatieraad zijn ’s middags en dat is onhandig.
De informatiebijeenkomsten zijn in de praktijk ook geen goede manier om te achterhalen wat er bij de organisaties speelt, omdat tijdens de bijeenkomsten vaak dezelfde personen het woord voeren. De rest houdt z’n mond.
Er is een algemeen gevoel, dat organisaties geen of nauwelijks invloed hebben op de HK.
Slechts één zegt expliciet dat ze veel invloed heeft. Dat lijkt te komen doordat deze organisatie regelmatig met de HK overlegt. De HK komt ook regelmatig naar bijeenkomsten van die organisatie.
2.2.7 Verbeterpunten
In de gesprekken is gevraagd welke verbeterpunten de vertegenwoordigers van bewonersorganisaties zien voor de HK.
Aanbod afstemmen op behoeften
• Veel gehoord is dat de Koepel actief moet achterhalen waar organisaties behoefte aan hebben (pro-actief).
• De persoonlijke benadering heeft daarbij de voorkeur: meer contact met bewonersorganisaties onderhouden (bijv. door naar wijkoverleggen te gaan, jaarverslagen van de organisaties te bestuderen, in plaats van een algemene oproep in de nieuwsbrief om aan te geven waar behoefte aan is).
• Algemeen idee is dat de Haagse Koepel zich moet richten op problemen die bij meerdere organisaties spelen en zich niet met problemen van individuele organisaties moet bezighouden.
• Toch zijn er ook organisaties die maatwerk willen van de Koepel: hulp die specifiek op die organisatie is gericht.
• Behalve een aanbod voor de hele gemeente, wordt ook voorgesteld per stadsdeel een aanbod samen te stellen.
• Nieuwe organisaties moeten bezocht worden: de HK moet zich voorstellen en polsen of de organisatie ergens behoefte aan heeft.
• Sommige organisaties vinden dat de organisaties zelf ook meer moeite moeten doen om de Koepel te voeden: het moet dus van twee kanten komen.
Belangenbehartiging
• De Koepel moet een vuist zijn namens bewonersorganisaties naar de gemeente toe.
• De Koepel moet ontwikkelingen in ruimtelijke plannen beter in de gaten houden en eventuele problemen signaleren. Bewonersorganisaties moeten dan geattendeerd worden op inspraak gelegenheden. De HK zou de planning van bijv. een wijkplan in de gaten kunnen houden en waarschuwen als de organisatie er iets mee moet doen.
Informatieverstrekking
• Informatie beknopter en beter gestructureerd aanleveren.
• Informatie zou op allerlei manieren ter beschikking gesteld moeten worden, niet alleen via de site.
• De site zou verbeterd moeten worden: informatie moet makkelijker te vinden zijn op de site. Bijv. een lijst met links, of een uitgebreide zoekfunctie met thema’s op alfabet.
• Allerlei informatie is gewenst: de Koepel moet zich richten op onderwerpen die voor veel organisaties nuttig zijn.
Uitwisseling/ontmoeting
• Verslagen van vergaderingen aan iedereen sturen (niet alleen aan de aanwezigen).
• De HK zou iets moeten doen met de informatie die organisaties geven in bijeenkomsten. Het resultaat van vergaderingen moet meer bekend gemaakt worden.
• Workshops organiseren waarin bewonersorganisaties kennis/ervaring kunnen uitwisselen.
• Organisaties met dezelfde problemen met elkaar in contact brengen, bijv. door bijeenkomsten te organiseren. .
• Bewonersorganisaties niet alleen inhoudelijk met elkaar in contact brengen (elkaar laten weten wat er speelt), maar ook voor de gezelligheid.
• Bijeenkomsten moeten interessanter gemaakt worden.
• Bijeenkomsten anders opzetten, zodat iedereen uitgedaagd wordt zijn zegje te doen. Dan komt er meer informatie boven tafel.
• De Koepel zou de uitwisseling tussen organisaties per stadsdeel kunnen stimuleren.
• Op tijd uitnodigingen voor bijeenkomsten versturen, bij voorkeur voor een heel jaar vooruit plannen.
• Koepel zou kenniscentrum moeten zijn.
• De Koepel moet andere deskundigen inschakelen, als ze zelf de kennis niet in huis hebben.
• Meer mensen en organisaties benaderen: door middel van netwerken zorgen voor een kaartenbak, waar veel nuttige informatie in staat.
• Gebruik ook de deskundigheid die bij de organisaties aanwezig is.
• Idee: een kennisbank, waarmee de Koepel de weg wijst. Waar je bijv. de vraag kunt stellen hoe je aan allochtone vrijwilligers komt. Antwoord kan zijn: ga naar HOF. In die kennisbank moeten ook links naar andere deskundigen staan. Voorbeeldenbank is ook gewenst.
• Als organisatie met probleem bij de HK komt moet tenminste goed doorverwezen worden.
• Behoefte aan een website, waarop alle verenigingen met elkaar kunnen discussiëren en hun problemen kunnen plaatsen, zodat anderen daar eventueel bij kunnen helpen.
• Een burger/organisatie van bewoners met een idee loopt snel vast binnen de gemeentelijke organisatie. De Koepel zou moeten helpen om dat idee z’n weg te laten vinden binnen de gemeente.
Praktische ondersteuning
• Meer praktische en organisatorische tips geven.
• Meer servicegerichte diensten aanbieden (bijv. notarissen, of hulp bij onenigheid met andere organisaties).
• Signaleren wanneer subsidie aangevraagd kan worden.
• Verschillende organisaties gaven aan dat de Koepel praktische ondersteuning moet overlaten aan HOF en BOOG.
Organisatie
• De organisatie van de Koepel zou transparanter moeten worden.
• De Koepel zou zich nog eens goed moeten voorstellen. Duidelijk maken wat de HK is, wat ze kan betekenen, hoe de organisatie elkaar zit (hoe de federatieraad tot stand komt, of er verkiezingen zijn, etc.). Dat moet ook regelmatig herhaald worden, want bestuursleden wisselen. Aan de andere kant zouden de verenigingen zich ook eens in de Koepel moeten verdiepen: van twee kanten nadere kennismaking.
• Professionelere organisatie.
• Organisatie opschonen: zorgen voor minder persoonlijke problemen binnen de HK (persoonswisselingen gewenst) en minder bestuurlijke lagen. Er moet één daadkrachtig bestuur komen, met een duidelijk beleid.
• De HK zou de interne onenigheden meer binnenskamers moeten houden.
• Minder naar binnen gekeerd.
• De HK moet zich meer openstellen voor andere organisaties, ook allochtone organisaties actief betrekken.
• Koepel moet onafhankelijk zijn van de gemeente en de politiek.
• De bestuursleden van de Koepel moeten door de wijken gekozen worden.
• Onderzoek wat de toegevoegde waarde is van de HK en of de HK (geheel of gedeeltelijk) ondergebracht kan worden bij een andere organisatie, zoals HOF of BOOG.
• Er zijn allerlei wijkorganisaties, die vaak langs elkaar heen werken en deels dubbel werk doen. Met de nieuwe inspraakverordening (klemtoon op samenspraak) zou een meer structureel overlegorgaan helpen om de inspraak te coördineren en van advies te voorzien. Suggestie om de HK om te vormen tot een voorportaal van de gemeenteraad.
Communicatie
• Effectiever gebruik maken van ICT.
2.2.8 Inzet vanuit de organisaties zelf
Veel organisaties geven aan weinig tijd te hebben en/of prioriteit te geven aan de Koepel. Zie verder bij ‘vertegenwoordiging’ hierboven.
2.3 Gesprekken met professionele buitenstaanders
Met vier personen die buiten de Koepel staan zijn gesprekken gevoerd. Net als bij de gesprekken met bewonersorganisaties zijn ook deze bevindingen anoniem verwerkt. Hieronder in het kort de punten van kritiek en suggesties voor verbetering.
2.3.1 Kritiekpunten
Organisatorisch
• De Koepel is een logge, topzware organisatie.
• Het bestuur van de Koepel blokkeert nieuwe initiatieven.
• De manier waarop de Koepel bewoners betrekt is niet meer van deze tijd.
• Vraagtekens worden gezet bij het huidige stelsel van bewonersorganisaties als vertegenwoordiging van bewoners. De organisaties lijken tegenwoordig te bestaan ter legitimering van de gemeente.
• De HK heeft geen status. Bewonersorganisaties willen niet investeren in de HK, terwijl de bewonersorganisaties de legitimatie zijn van de HK.
Aanbod
• Bewonersorganisaties wisselen onvoldoende kennis en ervaring uit.
• De bijeenkomsten zijn te reactief: de HK biedt aan, de bewonersorganisaties consumeren. De achterban heeft te weinig invloed op de agenda en op de organisatie van de bijeenkomsten: dat maakt afwachtend, weinig betrokken en passief.
• De HK is erg gericht op denkers en te weinig op doeners.
• De Koepel heeft zich willen ontwikkelen tot kenniscentrum, maar met de huidige medewerkers is dat niet mogelijk.
• HK neemt meer taken op zich dan ze aankunnen. De ontwikkeling tot kenniscentrum is niet mogelijk gebleken.
• De HK heeft geen duidelijk profiel (maakt geen keuzes) en voor bewonersorganisaties is niet duidelijk wat ze aan de HK hebben.
• De bewonersorganisaties zijn erg verschillend en daardoor is het moeilijk aan alle behoeften tegelijk te voldoen.
2.3.2 Verbeterpunten
• Fundamentele vernieuwing is gewenst.
Organisatorisch
• Kleiner Dagelijks Bestuur.
• Minder zware verantwoording van de activiteiten aan het eigen bestuur: bijv. niet elke 2 maanden, maar 1x per jaar een klein agendaatje maken voor dat jaar en dat 1x per jaar uitleggen aan het bestuur. Agenda moet afgestemd worden op (beperkte) hoeveelheid geld.
Aanbod
• Initiatief van de bewonersorganisaties zelf stimuleren.
• Overweeg het principe van de 'bewonersuniversiteit', zoals dat in Pendrecht (Rotterdam) wordt toegepast. Daar kunnen bewoners elkaar ontmoeten en kunnen bewoners excelleren (laten zien waartoe ze in staat zijn). Het opzetten van een bewonersuniversiteit vraagt om deskundige ondersteuning: Pendrecht heeft bijvoorbeeld steun van de universiteiten van Leiden en Tilburg gekregen.
• HK zou de organisaties moeten stimuleren om meer zelf te doen, bijv. de agenda van de bijeenkomsten te bepalen en ook zelf informatie te leveren. De kennis moet dus veel minder van ‘externe deskundigen’ komen en meer van de organisaties zelf. Van denk naar doe-organisatie. Dit is bijvoorbeeld te zien bij de buurtpreventieteams in Den Haag. Eén persoon is spin in het web, stuurt de buurtpreventieteams aan en brengt buurtpreventieteams in de stad met elkaar in contact om ervaringen uit te wisselen.
• Een kenniscentrum moet vooral gevoed worden vanuit de bewonersorganisaties zelf. Het is echter niet vanzelfsprekend dat zij hun informatie ter beschikking stellen.
• De bewonersorganisaties en de Koepel zouden meer de dingen op moeten pakken die de bewoners zelf belangrijk vinden.
• De HK zou een expertbank moeten oprichten: bij welke bewonersorganisaties welke kennis te vinden is (ontsluiten van kennis bij organisaties zelf). Zeker voor pas opgerichte organisaties is dat belangrijk.
• De HK moet niet alles zelf willen doen, maar ook samenwerken met bewonersorganisaties zelf en andere netwerkorganisaties (zoals de buurtpreventieteams en R4R).
4 Steda Research, Meningspeiling bewonersorganisaties, in opdracht van de Haagse Koepel, december 2006.
• Bijeenkomsten moeten spannender.
• Aanbod afstemmen op gemeenschappelijke belangen van bewonersorganisaties.
• De HK moet zich bezighouden met overkoepelende visievorming, bijv. ten aanzien van participatie, de positie van bewonersorganisaties en vernieuwing op dit terrein.
• De HK zou schakel tussen bewonersorganisaties en de gemeente kunnen zijn: behalve belangenbehartiger van bewonersorganisaties ook adviseur van de gemeente/wethouder/politiek.
• Om de rol van belangenbehartiger goed te kunnen vervullen, moet de HK eerst aan bewonersorganisaties laten zien dat ze goed werk doen én er moet enthousiasme en vitaliteit gecreëerd worden, zoals in de tijd van de Haagse Aanpak. Voor de ontwikkeling van de Haagse Aanpak werden bewoners geworven van buiten de directe kring van bekenden. Dit leidde tot een frisse blik en vernieuwende voorstellen.
2.4 Gesprekken met de Haagse Koepel
Zowel met het Dagelijks Bestuur als met het Algemeen Bestuur is gesproken. Hieronder kort de bevindingen.
Zij onderscheidt voor zichzelf drie hoofdtaken: belangenbehartiging, informatieverstrekking en het stimuleren van uitwisseling en ontmoeting. De korte termijn agenda van de Koepel wordt voornamelijk gestuurd door het stadsbestuur: dit wil vaak snel een stuk door de besluitvorming halen (bijv. nota Samenspraak / nota over de stadsdelen en het parkeerbeleid) en de Koepel springt daar dan op in. De langere termijn agenda wordt bepaald in het jaarplan. Vooral informeel, tijdens bijeenkomsten en ontmoetingen, komt de Koepel aan de weet waar bewonersorganisaties behoefte aan hebben. Ook via de ondersteuners van BOOG komen vragen bij de Koepel binnen. De bestuursleden zijn uit de verschillende stadsdelen afkomstig, maar zij fungeren niet als contactpersoon voor hun eigen stadsdeel.
De relatie met de achterban kenmerkt de Koepel als "goed en soepel".
De Koepel ziet ook verbeterpunten voor zichzelf:
• meer persoonlijk contact met de bewonersorganisaties;
• de Koepel zou zichzelf meer kenbaar moeten maken;
• de structuur van de organisatie verbeteren: met name de rol van de federatieraad is verwarrend;
• betere samenwerking met andere organisaties, zoals BOOG en de gemeente;
• bewoners activeren.
Opgemerkt is dat verbeteringen van de Koepel zelf pas echt goed kunnen slagen als verbeteringen ook ‘buiten’ de Haagse Koepel doorgevoerd worden.
2.5 Vergelijking met eerder in opdracht van de HK uitgevoerd onderzoek
De Haagse Koepel heeft in 2006 zelf onderzoek uit laten voeren. De resultaten staan beschreven in het rapport Meningspeiling bewonersorganisatie van december 20064. Voor het onderzoek door de HK zelf is een enquête uitgezet onder bewonersorganisaties. Daarmee is het een kwantitatief onderzoek, terwijl onderhavig onderzoek kwalitatief van aard is. Hieronder enkele interessante overeenkomsten en verschillen.
De paragraafnummers hieronder verwijzen naar het onderzoek van de HK.
Paragraaf 3.2
De lijst van 14 activiteiten laat zien hoe sterk het aanbod van de HK uiteen loopt (van het bieden van een ontmoetingsplaats tot hulp bij de boekhouding). Opvallende punten:
• De bijeenkomsten en het bieden van een ontmoetingsplaats zijn goed bekend, maar worden laag gewaardeerd. (Dit komt overeen met onderhavig onderzoek).
• Het lobbyen bij de gemeente en het behartigen van belangen zijn goed bekend en worden redelijk hoog gewaardeerd. (Dit is een interessante aanvulling op onderhavig onderzoek, waarin organisaties niet zoveel behoefte leken te hebben aan belangenbehartiging.)
• Federatiebijeenkomsten zijn bij veel respondenten bekend, maar worden zeer laag gewaardeerd. (In onderhavig onderzoek kwamen de federatiebijeenkomsten als minder bekend naar voren, maar is de waardering net zo laag.)
• Het aanbod van raadsstukken en algemene informatie wordt door het merendeel van de respondenten dat dit aanbod kent gewaardeerd. (Dit komt overeen met onderhavig onderzoek.)
Paragraaf 3.3
De tabel (zie hieronder) geeft aan, dat meer dan de helft van de respondenten vindt, dat de HK goed bereikbaar is en voldoende contactmomenten biedt. Dat de HK goed werk verricht als lobbyist vindt bijna de helft. Dit komt in zoverre in onderhavig onderzoek terug, dat veel respondenten aangaven dat de HK goede contacten heeft binnen de gemeente. Bij de andere punten is minder dan de helft het met het kenmerk eens.
Een derde zegt dat de HK belangrijk is voor de organisatie en een kwart zegt dat de HK goed weet wat er leeft. Op deze punten kwam in onderhavig onderzoek een negatiever beeld naar voren.
Ondersteuning bij projectuitvoering kennen de respondenten niet als activiteit van de HK en dat kwam ook in onderhavig onderzoek niet als activiteit aan het licht.
Paragraaf 4.1
De meeste respondenten hebben geen behoefte aan meer contact met andere organisaties. Het hoogst scoort contact met het gemeentebestuur: een derde heeft behoefte aan meer contact met het gemeentebestuur. Dit ondersteunt het beeld dat het voor bewonersorganisaties niet altijd meevalt om de weg binnen de gemeente te vinden en om dingen voor elkaar te krijgen bij de gemeente.
Paragraaf 4.2
Voor de negen prioriteiten die de HK voor 2009 heeft gesteld, wordt gevraagd of die thema's voor de respondenten ook van belang zijn. Geen van de thema’s wordt door een meerderheid belangrijk gevonden. Dit suggereert dat de organisaties met heel uiteenlopende onderwerpen
bezig zijn en dat de HK zich op veel thema’s zou moeten richten om iedereen tevreden te maken. Deze brede interesse kwam in onderhavig onderzoek ook naar voren.
Paragraaf 4.4
Onder 'overige suggesties' hebben 2 respondenten aangegeven een betere vertegenwoordiging van de bewonersorganisaties in het bestuur te willen. Dit bleek in onderhavig onderzoek een belangrijk thema te zijn.
5 Het instrumentele: het proces dient zichtbaar bij te dragen aan de oplossing van een probleem.
Het culturele: in het proces is een plek voor emoties/sentimenten/gevoelens die uitdrukking zijn van onderliggende zin- en betekenisgevingspatronen.
Het institutionele: het proces weet zich succesvol te verbinden met procedures of posities die in de institutionele orde van belang worden geacht.
Het situationele: in het proces is voldoende ruimte om in te spelen op de concrete situatie en de dynamiek die daarin besloten liggen.
Uit: Prof. Dr. Pieter Tops en E.H.M Cornelissen ‘vitaliteit en vitale coalities in openbaar bestuur’
3. Conclusie en aanbevelingen
3.1 Enkele opmerkingen vooraf
1. De Koepel kan niet los gezien worden van de achterban. In zekere zin is het probleem van de Koepel ook dat van een aantal bewonersorganisaties. Pieter Tops onderscheidt in dit verband vier dimensies, die binnen deze organisaties om aandacht vragen: het instrumentele, het institutionele, het culturele en het situationele5.
In de praktijk (en door onze gesprekspartners bevestigd) zien we dat binnen veel organisaties het institutionele en het instrumentele de overhand hebben gekregen. Dat betekent dat zij zich vooral zijn gaan richten op wat politiek en gemeente doen (en vooral laten) en (daartoe aangemoedigd door diezelfde gemeente) het benoemen van resultaten en producten. Tegelijkertijd zijn zij steeds minder gaan functioneren als een organisatie ‘voor en door bewoners'. Dit blijkt o.a. uit het kleine aantal vrijwilligers en de weinig representatieve samenstelling (welgeteld hebben we in al onze gesprekken drie niet westerse allochtonen ontmoet). Ondanks alle discussies hierover in de afgelopen decennia is hier over de brede linie weinig verandering te bespeuren. Door de bewonersorganisaties zelf wordt de oorzaak vooral gezocht in de tijdgeest: ‘mensen zijn niet meer bereid om zich voor het algemeen belang in te zetten en zich voor langere tijd aan een organisatie te verbinden’. Regelmatig verschijnt onderzoek, waaruit blijkt dat de gemiddelde bewoner best bereid is iets voor zijn omgeving en buurt te doen. In het gesprek met de directeur van het HOF werd dit beeld bevestigd: ‘nog steeds kunnen de meeste vrijwilligers die zich aanmelden niet geplaatst worden:’ Volgens hem worden bewonersorganisaties geassocieerd met veel gepraat over institutionele (gemeentelijke) zaken. Een ander signaal dat mensen best iets voor hun (woon)omgeving willen doen komt van het aantal aanmeldingen voor de adviesforums van Staedion en de panels van Vestia. Deze overtroffen ruimschoots de verwachtingen. Pieter Winsemius stelt in 'vertrouwen in de buurt' dat bewoners zeer wel aan te spreken zijn op straat en buurtniveau en geeft aan dat hiervoor een kansgedreven beleid moet worden ontwikkeld.
Voor de Koepel als platform van de bewonersorganisaties betekent de huidige situatie dat de achterban weinig tijd en zin heeft om zich in te zetten voor de Koepel ("de eigen wijk gaat voor" en "post van de Koepel heeft weinig prioriteit en blijft liggen").
2. Een aantal organisaties verwijt de Koepel dat zij zich teveel laat leiden door de gemeentelijke en politieke agenda. Door de Koepel wordt bevestigd dat het reageren daarop de hoogste prioriteit heeft. Samen met de kritiek op het (niet) democratisch functioneren van de Koepel maakt dit voor hen de Koepel tot een onbetrouwbare organisatie.
Een aantal organisaties geeft aan zelf hun zaakjes met gemeente en politiek wel te kunnen regelen.
Als het gaat om verzorgen van informatie en leveren van deskundigheid gaat hun voorkeur uit naar het inschakelen van professionele organisaties, zoals HOF en BOOG.
3. Meerdere malen kwam de grote verscheidenheid tussen wijken en bewonersorganisaties aan de orde, dit in overeenstemming met het beeld van Den Haag als meest gesegregeerde stad. Het zou vrijwel ondoenlijk zijn om alle wijken te bedienen. De Koepel heeft daar zeker mee te maken.
Op de vraag naar welke thema’s door de Koepel zouden moeten worden aangepakt komt dan ook een scala aan onderwerpen aan de orde.
Bovendien heeft de ontwikkeling van stadsdeelorganisaties en stadsdeelprogrammering tot gevolg dat bewonersorganisaties zich steeds meer op dat niveau zijn gaan richten. In sommige stadsdelen vindt regelmatig overleg tussen de verschillende bewonersorganisaties plaats.
4. De gemeente is ambivalent in haar relatie tot de Koepel. Enerzijds wordt subsidie zonder al te strenge voorwaarden verstrekt en wordt de Koepel gezien als een organisatie van vrijwilligers. Anderzijds bestaat de neiging om de Koepel te behandelen als een professionele organisaties. Een consistent beeld over doel en taken van de Koepel lijkt niet te bestaan. In de praktijk leidt dat ertoe dat noch de prestaties van de Koepel als vrijwilligersorganisatie, noch die van professionele organisatie erg serieus genomen lijken te worden. In de wandelgangen valt veel kritiek te horen, maar wat men wel wil blijft onduidelijk.
5. Door nogal wat referenten wordt veel belang gehecht aan ontmoeting en onderlinge uitwisseling (niet iedere organisatie hoeft opnieuw het wiel uit te vinden). De informatiebijeenkomsten geven daartoe de (informele) mogelijkheid. Tegelijkertijd is er veel kritiek op deze bijeenkomsten: ‘altijd dezelfde mensen aan het woord’ en ‘elke bewonersorganisatie is een koninkrijkje, het valt nog maar te bezien in hoeverre ze zich bloot willen geven’.
Dat het leren aan en van elkaar niet vanzelfsprekend is moge blijken uit volgend voorval tijdens één van onze gesprekken. Organisatie A is vrij nieuw en beklaagt zich over het gebrek aan steun van de Koepel bij het ontwikkelen van de organisatie. Organisatie B zit daarnaast en vertelt vervolgens geen steun van de Koepel nodig te hebben omdat ze zelf al alle kennis in huis hebben. Er gaat bij niemand een belletje rinkelen …
Om daadwerkelijk van elkaars ervaringen te kunnen leren is heel wat meer nodig. Ervaringen daarmee zijn o.a. opgedaan:
• in de wijk Pendrecht in Rotterdam Zuid. Bewoners hebben voor dit doel de Pendrecht Universiteit opgericht. Daarin wordt samengewerkt met de universiteiten van Leiden en Tilburg.
• bij R4R (residents for regeneration). Deze organisatie bouwt met professionele ondersteuning aan een uitwisselingsnetwerk tussen bewonersinitiatieven in Europa.
6. Naast de functie voor bewonersorganisaties heeft de Koepel ook een rol t.a.v. huurdersorganisaties. Zo neemt de Koepel deel in de begeleidingsgroep voor het huurteam van het ISR. In het kader van deze opdracht is dit deel van de werkzaamheden buiten beschouwing gelaten. Mogelijk kunnen uit de verbetervoorstellen voortkomende maatregelen hierop van invloed zijn.
Uit de beschikking 2007, waarin van de Haagse Koepel wordt verwacht te bezien op welke wijze de actieve deelname van bewonersorganisaties en andere actieve bewonersgroepen op de hier genoemde terreinen kan worden bewerkstelligd kan worden.
3.2. Verbeterdoelen
Op basis van het voorafgaande zien wij als belangrijkste doelen van verbetering:
1. Een scherper profiel op basis van te maken keuzes en te stellen prioriteiten.
2. Directe invloed van de aangesloten organisaties op de agenda en het stellen van prioriteiten.
3. Een actievere rol voor bewonersorganisaties; meer gebruik van bij bewonersorganisaties aanwezige kennis en kunde.
4. Een professioneel aanbod voor informatie en kennisuitwisseling dat aansluit bij de vraag van de achterban.
3.3. Aanbevelingen voor verbeteringen
Aanbeveling 1:
‘Back to basics’
De Koepel als lobbyist voor de belangen van de bewonersorganisaties het faciliteren van ontmoeting en uitwisseling lijken de ‘natuurlijke’ taken van de Koepel.
Daarvoor moet de Koepel zich weer veel meer gaan profileren als netwerkgeoriënteerde en, faciliterende organisatie; ‘voor en door’ de aangesloten organisaties in de stad
Aanbeveling 2:
‘De leden bepalen’
‘Door de organisaties’ wil zeggen dat de organisaties weer het “wat en hoe ’van de Koepel moeten gaan bepalen.
Daarvoor wordt de Koepel omgevormd tot een organisatie met de ledenraad als hoogste orgaan. De dagelijkse zaken worden geregeld door een ‘dienend’ dagelijks bestuur.
Aanbeveling 3:
‘Wie bepaalt, betaalt mee’
Bewonersorganisaties nemen ook in financiële zin (mede) verantwoordelijkheid voor de Koepel op zich. Dit in de vorm van een lidmaatschapsbijdrage. Hiermee wordt voor een deel voorzien in de begroting van de Koepel.
Aanbeveling 4:
‘Stimuleren deskundigheid’
Er komen veel nieuwe zaken op bewonersorganisaties af, zoals het Burgerschapsbeleid, de deconcentratieontwikkelingen en de verhoogde aandacht voor de civil society in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) 6. Er is bij de aangesloten organisaties behoefte aan ondersteuning/kennis op zeer uiteenlopende onderwerpen. De Koepel is er niet in geslaagd voor deze vragen een goed antwoord te bieden.
Aanbevolen wordt een ‘stimuleringsfonds’ in het leven te roepen, gevoed uit het budget Kenniscentrum.
Bewonersorganisaties en andere actieve bewonersgroepen in Den Haag kunnen een beroep doen op het stimuleringsfonds met specifieke expertisevragen. Voorwaarde is dat het hier gaat om vragen die de eigen wijk of de eigen groep overstijgen en dat het aanbod voor meerdere organisaties interessant is. Over aanvragen wordt besloten door personen vanuit verschillende invalshoeken, bijvoorbeeld: iemand vanuit de bewonersorganisaties, een gemeenteambtenaar, en een ‘neutraal’ persoon met adequate expertise.De gemeente beheert het fonds.
Aanbeveling 5:
Verder vraagt men op een aantal punten praktische dienstverlening. In een aantal vragen, zoals met betrekking tot boekhoudprogramma’s, vrijwilligersverzekeringen etc. wordt nu al voorzien door HOF. Wellicht kan dit aanbod bij HOF, afhankelijk van de vraag, uitgebreid worden.
Aanbeveling 6:
Veel vraag is er naar verstrekking en vertaling van relevante gemeentelijke informatie door de Koepel. Voor wat betreft de informatieverstrekking (en de leesbaarheid daarvan) zijn wij van mening dat primair de gemeente zelf hiervoor verantwoording moet nemen. Wij stellen voor dat de gemeente een digitale nieuwsbrief voor bewonersorganisaties gaat verzorgen.
Aanbeveling 7:
De Koepel geeft geen ondersteuning meer aan individuele organisaties. Wij vinden dit een taak voor aanbieders van bewonersondersteuning.
Aanbeveling 8:
In het verlengde hiervan ligt de mogelijkheid om organisaties met een vraag en antwoord aan elkaar te koppelen. Als daar behoefte aan is kan een collega-organisatie gevraagd worden voor korte of langere termijn te hulp te schieten. Wellicht zou hiervoor een ‘buddy constructie’ zinvol zijn.
Vanuit haar netwerkoriëntatie zou de Koepel hierbij een ‘makelende’ rol kunnen vervullen. ---