Tuesday, May 15, 2007

15 mei 2007

Gisterenmiddag bracht een oud Haags Deezesenzestigafdelingsbestuurder naar voren dat men in om en bij de Haagse Deezesenzestiggemeenteraadsfractie zeer tevreden is dat Ingrid van Engelshoven tot landelijk Deezesenzestigvoorzitterschap is geraakt waarbij de grote tevredenheid er een beetje is omdat zij voor haar Deezesenzestigafdelingsverhuizing altijd een beetje prominent Haags Deezesenzestigafdelingslid is geweest en nog steeds een beetje is waardoor het een beetje lijkt alsof het landelijk Deezesenzestigvoorzitterschap een beetje bij de Haagse Deezesenzestigafdeling terecht is gekomen.

Gisterenmiddag bracht Wim Pijl als fractievoorzitter van de Haagse ChritenUnie/SGPgemeenteraadsfractie een beetje direct of indirect naar voren dat de reden dat hij zich een nieuwe beeldvorming aan het aanmeten is een beetje komt vanwege dat hij al een tijdje de overweging heeft om een beetje te werken aan een combinatie van kwaliteit in samenhang met een andere beeldvorming om dan makkelijker in een middernachtelijkeradiotonkauitzending te kunnen geraken waarbij hij dan een beetje van plan is om onderdelen van zijn orgelplatencollectie mee te nemen.

Een tijdje geleden bracht Wim Pijl als fractievoorzitter van de Haagse ChritenUnie/SGPgemeenteraadsfractie een beetje naar voren dat hij een tijdje geleden niet bij een lokale mediabijeenkomst was geweest om te spreken over de nieuwe lokale medianota maar dat hij wel zeer tevreden was en is dat hij een tijdje geleden middels de digitale snelweg had kunnen lezen dat--- Beknopt verslag van de 2e brainstormsessie medianota d.d. 20 maart 2007 Gespreksleiding: Paul Waayers, schrijver en radiomaker Verslag: Marjolijn van der Wetering Deze 2e bijeenkomst is bedoeld om de nieuwe medianota ‘lokaal verbinden’ te bespreken met de direct en meest betrokkenen in de stad, voordat het nieuwe beleid definitief zijn beslag krijgt in een vergadering van de gemeenteraad. Na een voorstelronde wordt een inventarisatie gemaakt van de discussiepunten. Per punt wordt daarna de discussie opgepakt. 1. Er wordt aandacht gevraagd voor de financiële problemen van een aantal toegangsomroepen en programma-aanbieders. “Het zou goed zijn om met een schone lei te kunnen beginnen”. Zonder concreet een toezegging te doen is de gemeente bereidt nader te kijken naar de oorzaken en waarna zij antwoordt kan geven op de vraag zij iets zou kunnen doen aan die problemen. 2. Het plan in de nota om de wijkmedia-ateliers mogelijk in de filialen van de Dienst Openbare Bibliotheken (DOB) te realiseren wordt door sommige aanwezigen met terughoudendheid ontvangen. Zij wijzen er op dat het vooral wenselijk en noodzakelijk is dat een mediacentrum tussen 11.00 uur ’s ochtends en 2.00 uur ’s nachts bereikbaar zou moeten zijn. Voor de gemeente is de Dienst Openbare Bibliotheek (DOB) een aantrekkelijke partner omdat de nieuwe wijkmediaateliers dan goed beheerd kunnen worden. In de wijkmedia ateliers kan overigens meer gedaan worden dan alleen radio maken. De samenwerking met DOB moet nog nader worden ingevuld en daarbij zullen ondermeer zaken als toegang en laagdrempeligheid aan de orde komen.3. Er wordt een pleidooi gehouden om in het vervolg een eenduidige naam te hanteren voor de programma-makers. De medianota spreekt van Haagse programma-makers vooral om een onderscheidt te maken tussen mensen die op de een of andere manier radio of televisie maken, maar toch voor de mediawet geen omroep zijn, en daarom ook niet over een zendmachtiging beschikken. Alleen Stadsomroep heeft de wettelijke status van omroep. 4. De medianota zegt niets over kwaliteit van programma’s. Toch is kwaliteit belangrijk. Je kunt en wilt ook niet zomaar alles uitzenden. De nota niets zegt over kwaliteit, niet omdat
het onbelangrijk zou zijn, maar omdat moeilijk is vast te stellen wat kwaliteit precies is. Het is net zoals met smaak, je kunt er over van mening verschillen. Een discussie over kwaliteit is ook van groot belang om op termijn over “succesvol” mediabeleid te kunnen spreken. Daarnaast zijn trainingen en het aanbieden van opleidingen altijd een goede impuls aan kwaliteit. Daarover spreekt de medianota wel. 5. Binnenkort gaat een vernieuwde versie van het omroepportaal van start. Het portaal zal dan onderdeel uitmaken van de site van SODH. Uitgangspunt is geweest dat je op die site alle Haagse mediazaken en informatie kunt vinden binnen twee klikken met je muis. De vernieuwde site/portaal zal zich gaan ontwikkelen als ‘het‘ platform van en voor de stad. 6. De vraag wordt gesteld wat nu precies onder themakanaal “ Samen stad zijn” moet worden verstaan, en kan dit wel gegeven de mediawet? Is het wel verstandig een dergelijk kanaal op te zetten? Primair doel is om media in zijn volle breedte mede-instrument te maken voor het stimuleren van Burgschap. Wat de gemeente onder Burgerschap verstaat is helder opgeschreven in de betreffende nota. SODH, maar ook de Haagse programma-makers, staan nu voor de opgave met elkaar en in overleg, invulling te gaven aan het themakanaal. In zijn breedte zal er op het kanaal een nieuw format moeten worden ontwikkeld. Maar de inzet is dat het kanaal daarmee dienstbaar is aan het stimuleren van burgerschap. Om die reden wil de gemeente het kanaal voor de deelnemers kostenvrij maken. Deze discussie zal geen gemakkelijke zijn, maar wel noodzakelijk. Maar met optimisme kom je ver. 7. Een nieuw instrument voor samenwerking is de Mediapool-plus. Vormen van samenwerking worden mogelijk door een centrale opslag van lokale programma’s.Programma-makers kunnen onderling materiaal uitwisselen. Doel van de Mediapool is om samenwerking ook technisch mogelijk te maken. Er wordt opgemerkt dat al veel gewonnen zal zijn als programma-makers/omroepen elkaar niet meer bestrijden. 8. Bij de opzet van de nota is bewust alleen gekeken is naar de rol van de lokale publieke omroep en lokale Haagse programma-makers. De gemeente wil inzetten op eigen en wijkgeoriënteerde vormen van media door bewoners, instellingen en organisaties. Uit de nieuwe medianota volgt niet dat de gemeente opdrachten aan commerciële partijen zal geven voor de productie van programma’s op het lokale radio of televisie kanaal. In het kader van voorlichting zullen mogelijk andere gemeentelijke diensten wel opdrachten kunnen geven. Maar gemeentelijke voorlichting is iets anders dan een lokaal mediabeleid. 9. In de medianota staat dat de voortgang van het traject en het daarop voortborduren, afhankelijk is van het succes. Zolang er geen cijfers bekend zijn en zolang niet duidelijk is waar je het meten tegen afzet, blijft succes een abstract begrip. Het is moeilijk om te bepalen wanneer je succesvol bent. Waar meet je dat aan af en hoe weet je dat de boodschap is overgekomen. Voor elke organisatie kan succes anders zijn en kijk en luistercijfers zijn niet de enige en alles zaligmakende criteria. Het is ook merkbaar aan de mate waarin er in wijken en buurten een toename is vast te stellen van nieuwe initiatieven gericht op verbeteringen in de eigen buurt, in de eigen leefomgeving. De gemeente overweegt een nulmeeting te laten verrichten zodat de discussie over succes concreet handen en voeten gegeven kan worden. Kort reactie van de wethouder dankt de aanwezigen voor hun bijdrage aan deze brainstormsessie. Hij dankt in het bijzonder ook het Fonds 1818 voor hun bereidheid mee te financieren aan het Idzerda stimuleringsfonds. Hij refereert vervolgens aan de vorige bijeenkomst die basis is geweest voor het schrijven van de nota ‘lokaal verbinden’. De gemeente ziet media als een middel om de burger te binden met de stad, met de wijk en met de eigen leefomgeving. Hij wijst erop dat het traject en de samenspraakprocedure nog niet af zijn. Gezamenlijke bijeenkomsten als deze zijn belangrijk en de wethouder stelt dan ook voor om in het vervolg 2 keer per jaar bij elkaar te komen en de discussie met elkaar voort te zetten. Voor een goede communicatie van en met de burger is lokale radio van belang. Maar ook de voorgestelde media-ateliers, digitale muurkranten en andere initiatieven zullen inhoud gaan geven aan het nieuwe mediabeleid. De wethouder nodigt de aanwezigen van harte uit om mee te blijven doen en gezamenlijk de nota tot een succes te maken.—